| 34332 |
een zeugennest maken |
nest maken:
nɛs mākǝ (L423p Stokkem),
nɛst mākǝ (L423p Stokkem)
|
Van stro een soort nest maken voor het werpen, gezegd van de zeug. [N 76, 25; N 14, 56]
I-12
|
| 28606 |
een zwerm opvangen |
afdoen:
ā.f˱dū.n (L423p Stokkem)
|
Het opvangen van een zwerm in een schepkorf. Wanneer een zwerm zich vastgezet heeft aan een tak of iets dergelijks, dan brengt de imker een kleine schepkorf onder de tros. Met een flinke ruk aan de tak valt de zwerm in de korf. Wanneer de bijen in de korf zitten, wordt deze langzaam omgedraaid, omdat de bijen zich aan de strowand of aan elkaar moeten kunnen vastklemmen. Soms moet men een tweede of derde ruk aan de tak geven. Hoe langer een zwerm hangt, hoe vaster hij zit. Een imker moet dus met scheppen niet al te lang wachten. De objecten zwerm, bij e.a. zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N 63, 84a; JG 1a+1b; JG 2b-5, 4; Ge 37, 105; monogr.]
II-6
|
| 34542 |
eend |
eend:
ēnj (L423p Stokkem),
ē̜nj (L423p Stokkem),
piele:
pilǝ (L423p Stokkem)
|
[JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.]
I-12
|
| 24584 |
eendekroos |
eendemoos:
ienəmo:s (L423p Stokkem),
èènjemoos (L423p Stokkem),
kroos:
-
kroos (L423p Stokkem)
|
eendekroos [DC 56 (1981)], [ZND 34 (1940)]
III-4-3
|
| 19119 |
eer |
eer:
ieër (L423p Stokkem)
|
eer
III-1-4
|
| 23709 |
eer aan de vader |
glorie zij de vader:
glorie zij de vader (L423p Stokkem)
|
Het "Eer aan de Vader..."of "Glorie zij de Vader...". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 21568 |
eerder te weinig dan te veel gemeten |
scherp:
sjärp (L423p Stokkem)
|
Hoe zegt men als een winkelier eerder te weinig dan te veel meet of weegt? Vertaal: Dat is ... gemeten, gewogen. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
| 23654 |
eerherstellende communie |
communie (<lat.) op de eerste vrijdag:
kemuunie op den ierste vriedig (L423p Stokkem)
|
Een eerherstellende communie op de 1e vrijdag van de maand. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 24010 |
eerste communie |
eerste communie (<lat.):
de ierste kemmunie (L423p Stokkem)
|
De eerste H. Communie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 23253 |
eerste luiden voor de mis |
luiden:
(voor eerste maal)
loeijə (L423p Stokkem)
|
Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de eerste maal hoort? [ZND 36 (1941)]
III-3-3
|