18543 |
gestreepte broek |
streepjesbroek:
štripkəsbrok (L423p Stokkem)
|
broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18828 |
getob; tobben |
gemartel:
ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel
gəmartəl (L423p Stokkem),
getaffel:
ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel
gətafəl (L423p Stokkem)
|
gemartel [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
20315 |
getrouwde vrouw |
getrouwde vrouw:
gətraawdə vraaw (L423p Stokkem)
|
getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND]
III-2-2
|
20369 |
getuige |
getuige:
getuge (L423p Stokkem)
|
de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
21321 |
getuigen |
tuigen:
təygə (L423p Stokkem)
|
getuigen [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
33387 |
getuigkast |
getuigkast:
gǝtyxkas (L423p Stokkem)
|
Een kast, ook wel kist of bak, waarin het getuig van het paard (vooral het kostbare zadel en de haam) bewaard wordt. Op grote boerderijen (of bij welvarende mensen) is er wel eens een apart vertrek voor het getuig, maar dit komt slechts zelden voor. Een kast voor het paardetuig is onbekend in L 320a, 324, 330, 369, Q 113, 198b en 203b. Meestal hangt men het getuig aan haken of balkjes in de muur (K 278, L 271, 318, 322, 372, 413, 429a, P 107a, Q 4, 78, 111 en 193). In L 282 wordt het getuig op een ezel gelegd. Benamingen die niet een kast, kist of bak betreffen, zijn overgeplaatst naar het lemma "getuigrek" (2.3.8). Zie ook dat lemma. [N 13, 81]
I-6
|
19092 |
gevaarlijk |
gevaarlijk:
gəvīrlək (L423p Stokkem),
mɛt fy.ər spiɛlən is chəvi.alək (L423p Stokkem)
|
Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
19093 |
gevaarlijke kerel |
gevaarlijk:
daz ə gəvi.rlək ma.n (L423p Stokkem),
gəvīrlək (L423p Stokkem)
|
Dat is een gevaarlijke kerel. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
23899 |
gevallen engelen |
afgevallen engelen:
aafgevalle ingele (L423p Stokkem)
|
De gevallen engelen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21322 |
gevangenis |
bak:
Van Dale: I. bak, 9. (gemeenz.) gevangenis, nor, arrestantenhok.
bak (L423p Stokkem),
prison (<fr.):
pərso̝ŋ (L423p Stokkem),
wacht:
gemeentelijke gevangenis
waX (L423p Stokkem)
|
gevangenis [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|