18307 |
hoge herenschoen |
hoge schoen:
oege sjoon (L423p Stokkem)
|
herenschoenen, hoge ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18258 |
hoge hoed |
buis:
buis (L423p Stokkem)
|
hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20448 |
hoge hoed bij begrafenis |
buis:
buis (L423p Stokkem)
|
hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)]
III-2-2
|
32445 |
hoge klomp |
boerenklomp:
būrǝ[klomp] (L423p Stokkem)
|
Klomp met een hoge en lange, tot boven de wreef doorlopende kap. De klompopening sluit bij dit type klompen goed om de voet zodat er geen klompenriem nodig is. Zie ook afb. 259. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ. De kapklomp die in en rond Venray (L 210) bekend was, was een luxe hoge klomp die versierd was met koperen spijkers. Hij was volgens het Venrays woordenboek (pag. 227), ondanks de hoge kap toch van een leren band voorzien en werd op zondag gedragen.' [N 24, 70b; monogr.]
II-12
|
18376 |
hoge klomp? |
boerenklomp:
boereklómp (L423p Stokkem)
|
klomp met hoge huif, hoge klomp, zonder riem gedragen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18352 |
hoge rijgschoen |
botje:
bötsjes (L423p Stokkem),
bottine:
bottine (L423p Stokkem)
|
rijgschoenen, hoge ~ voor dames [petiens, bottines] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33073 |
hok opbinden |
binden:
bęi̯ŋǝ (L423p Stokkem)
|
Het leggen van een band om de koppen van de schoven als deze in een hok bijeengezet worden. Het voorwerp van het werkwoord is steeds "hok, stuik". De volgorde van de varianten van het type binden is zoals in het lemma ''schoven binden'' (4.6.2). [N 15, 33; monogr.]
I-4
|
33398 |
hok voor de beer |
berestal:
birǝstal (L423p Stokkem),
stal van de beer:
stal van dǝ bir (L423p Stokkem)
|
Soms gebruikt men, in aansluiting bij de benamingen voor het hok van de zeug, ook specifieke benamingen voor de hokken van de beer, de mestvarkens en de biggen. Deze laatste staan in de drie volgende lemma''s bijeen. [N 76, 41e]
I-6
|
20524 |
homp brood |
tomp:
tômp (L423p Stokkem)
|
homp (voedsel)
III-2-3
|
25062 |
homp, brok, klont |
klot:
klot (L423p Stokkem)
|
kluit [ZND 28 (1938)]
III-4-4
|