e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huisweide dries: drēs (Stokkem), groes: grōs (Stokkem), groesje: grø̄skə (Stokkem) I-7
huiszegen huiszegen: oeszegen (Stokkem), pauselijke zegen: pauselijke zege (Stokkem) De Huiszegen, d.w.z. een ingelijste afbeelding van O.L. Heer aan het kruis, waaronder enkele gebeden, of een tekstplaat in sierschrift, waarop een gebed over huis en bewoners of een uit Rome ontvangen plaat waarop de afbeelding van de paus, vermelding van [N 96B (1989)] III-3-3
huiszegening wijden: wejə (Stokkem) De huiszegening op Driekoningen of op Paaszaterdag. [N 96B (1989)] III-3-3
hulpstaken steeksels: steksǝls (Stokkem), stekken: stękǝ (Stokkem) De wissen die aan weerszijden van de hoekstek worden geplaatst. [N 40, 82] II-12
hulst hulst: uls (Stokkem) [DC 76 (2002)] I-7
hutselen / kaarten schudden add. rongelen: rungele (Stokkem) Dooreenmengen van kienbollen of loterijbriefjes. III-3-2
huur huur: ø&#x0304r (Stokkem) huur [ZND m] III-2-1
huurcontract tuis: taus (Stokkem) het contract dat gesloten wordt wanneer een huis wordt verhuurd; hoe zegt men b.v. "ik heb een ...... van drie jaar"? [ZND 43 (1943)] III-3-1
huwelijksafkondigingen roepen: reupe (Stokkem) De huwelijksafkondigingen, huwelijksgeboden, de "roepen", de "geboden". [N 96D (1989)] III-3-3
huwelijksexamen ondertrouw: ongertrouw (Stokkem) Het huwelijksexamen bij de pastoor. [N 96D (1989)] III-3-3