e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jezuïet jezuet: Jezwiet (Stokkem) Een Jezuiet [Jozefiet, Zjezwiet]. [N 96D (1989)] III-3-3
jicht gicht: gich (Stokkem) reumatiek: hoe heet de gewrichtspijn die vooral bij bejaarde mensen voorkomt (fr. rhumatisme) ? [ZND 42 (1943)] III-1-2
jong dat pas kan vliegen vlug: vløͅk (Stokkem) Vlug jong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong en kaal vogeltje keggeling: nog naakt  kekgeling (Stokkem), vogeltje: vy(3)̄əgəlkə (Stokkem, ... ) vogeltje [ZND 04 (1924)] III-4-1
jong van een rund jong: jǫŋ (Stokkem) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bak (Stokkem), bagje: bɛkskǝ (Stokkem), big: bex (Stokkem), speenvarken: spinvɛrkǝ (Stokkem) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge brasem bliek: blik (Stokkem) bliek (vis) III-4-2
jonge duif pieper: pieper (Stokkem, ... ), Van als ze veren krijgen t.em. vliegen.  pi.pərs (Stokkem) duif, jonge — || Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)] || Jonge duif. III-3-2, III-4-1
jonge kip legpulletje: lękpølkǝ (Stokkem), pul: pøl (Stokkem), pø̜l (Stokkem) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jonge koorzanger sopraan (<it.): sopraan (Stokkem) Een jeugdige koorzanger, zangertje, koraaltje. [N 96B (1989)] III-3-3