22399 |
kien! |
kien:
kin (L423p Stokkem),
Wanneer vier cijfers vol zijn: ketärm.
keͅn (L423p Stokkem)
|
Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Wat roept de speler die een rijtje cijfers bezet heeft? [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|
22398 |
kienen |
kienen:
keͅnnə (L423p Stokkem),
Werkwoord.
kinə (L423p Stokkem)
|
Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Hoe heet dit spel? [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|
20592 |
kieskauwen |
pikken:
pikke (L423p Stokkem)
|
weinig van iets eten
III-2-3
|
20498 |
kieskauwer |
pikkerd:
pikkert (L423p Stokkem)
|
iemand die weinig eet
III-2-3
|
19157 |
kieskeurig (zijn) |
kisperig:
kieësperig (L423p Stokkem)
|
kieskeurig
III-1-4
|
18893 |
kiezen |
kiezen:
keeze (L423p Stokkem)
|
kiezen
III-1-4
|
24337 |
kikker |
kwakkerd:
kwakkert (L423p Stokkem),
kwakərt (L423p Stokkem),
ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004
kwakkert (L423p Stokkem),
weerkwakkerd:
waerkwakkert (L423p Stokkem)
|
kikvors [ZND 01 (1922)] || kikvors, groene — || kikvors, puit [RND]
III-4-2
|
24336 |
kikkerdril |
kwakkerdengeut:
kwakərtəgô.t (L423p Stokkem)
|
kikkerrit [RND]
III-4-2
|
24467 |
kikkerdril (2, bewerkt) |
(-)geut, gegeut:
kwakərtəgô.t (L423p Stokkem)
|
kikkerrit [RND]
III-4-2
|
24309 |
kikkervisje |
koelekop:
koelekop (L423p Stokkem)
|
dikkopje
III-4-2
|