e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kind (algemene benaming) jong: jung (Stokkem), kind: keind (Stokkem), kendch (Stokkem) kind (een - dopen) [ZND 23 (1937)] || kind; mijn lief kind, blijf hier beneden staan, de kwade ganzen bijten u dood [ZND 04 (1924)] || kinderen III-2-2
kinderachtig kinderachtig: kèngerechtig (Stokkem) kinderachtig III-1-4
kindercommunie eerste communie (<lat.): de ierste kemmunie (Stokkem) Een kindercommunie [kingerkómmelejoeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
kinderdoop kinderdoop: kenjerduip (Stokkem) Een kinderdoop. [N 96D (1989)] III-3-3
kinderfiets kinderfietsje: kenjerfitske (Stokkem) Hoe noemt u in uw dialect: een rijwiel waar kleine kinderen op rijden [N 99 (1991)] III-3-1
kinderhemd? kinderlijfje: kenjerleifke (Stokkem) Onderhemd voor kinderen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van kinderen? [DC 62 (1987)] III-1-3
kinderkleren kinderkleren: kenjerkleijer (Stokkem), kēͅŋərkleͅijər (Stokkem) kinderkleren, kinderkleertjes [N 23 (1964)] || Kinderkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
kinderklokje kindjesklokje: kindjəskləkskə (Stokkem) De kleine klok die geluid werd voor een gestorven kind, dat de eerste H.Communie nog niet gedaan had. [N 96A (1989)] III-3-3
kinderkoor kinderkoor: kenjerkoer (Stokkem) Het kinderkoor, jongenskoor of knapenkoor, een zangkoor van kinderen uit de hoogste klassen van de lagere school. [N 96B (1989)] III-3-3
kindermis schoolmis: sjuəlmeͅs (Stokkem) Een kindermis, schoolmis [kiendermis, kingermès, sjoeëlmès?]. [N 96B (1989)] III-3-3