23218 |
kleppen |
trumpen:
trumpe (L423p Stokkem)
|
Vóór de kerkdienst de kleinste klok luiden met korte slagen, anders gezegd: korte slagen geven met de kleinste klok [trumpe, kleppe, pimpe?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21353 |
kletsen |
muilen:
Van Dale: muilen, (gew.) morren, pruilen.
moulə (L423p Stokkem),
saaielen:
[of zuielen (saaielen), vgl. zeuteren (zudderen?), rk]
saajele (L423p Stokkem),
sājələ (L423p Stokkem),
wauwelen:
Van Dale: wauwelen, 1. 1. (inform.) kletsen, vervelend praten; -2. (gew.) kauwen, knabbelen; -3. (gew.) treuzelen, leuteren.
wauwelen (L423p Stokkem),
zauwelen:
ə sauwəlt (L423p Stokkem),
zeveren:
ə zeivərt (L423p Stokkem)
|
babbelen || Hoe zegt ge "hij vertelt onnoozelen praat (of leugens)"? [ZND 40 (1942)] || praten, klappen, kallen [ZND 36 (1941)] || zij praten, kletsen, babbelen de hele dag [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
33997 |
kletsoor |
klatsool:
kladjžǫu̯l (L423p Stokkem)
|
Dun eindje touw of leer aan het uiteinde van het snoer van de zweep dat bij het slaan een knallend geluid maakt. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 95c; L B2, 245; L 8, 142; R 14]
I-10
|
25029 |
kleurx |
kleur:
kleur (L423p Stokkem),
klør (L423p Stokkem, ...
L423p Stokkem)
|
kleur [DC 42B (1967)], [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)]
III-4-4
|
29825 |
klezoor |
klezoor:
klesūr (L423p Stokkem)
|
Het vierde deel van een metselsteen. Een klezoor kan door de metselaar worden gemaakt door met de troffel een deel van een metselsteen af te slaan. Daarnaast worden klezoren ook in het juiste formaat door steenfabrieken vervaardigd. Ze dienen tot het verkrijgen van een deugdelijk metselverband. [N 31, 19c; monogr.]
II-8
|
32490 |
kliefhout |
kliefhout:
klēf˱awt (L423p Stokkem)
|
Het houtje of ijzertje waarmee men wissen klieft. Zie ook afb. 265. [N 40, 86; monogr.]
II-12
|
18065 |
klierziekte |
klieren:
De meeste informanten vertalen enkel het zinnetje hij heeft klieren (in de hals) zonder een speciale benaming voor deze klieren op te geven.
kle.rə (L423p Stokkem)
|
hij heeft klieren (in de hals). Bestaat hiervoor een speciale volksnaam ? [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
21469 |
klikspaan |
overbriever:
euverbrever (L423p Stokkem),
overdrager:
euverdrager (L423p Stokkem)
|
klikspaan; Iemand die daar een gewoonte van maakt is een ...... [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
22948 |
klingen? |
klink:
kling (L423p Stokkem),
klinken:
klinge (L423p Stokkem)
|
Spel. [= Soort spel]. || Stuk hout voor bepaald spel.
III-3-2
|
19973 |
klink |
klink:
klink (L423p Stokkem)
|
Vrouwelijk geslachtsdeel. [N 76, 15]
I-12
|