34581 |
ladderboom |
leierboom:
lęi̯.ǝrbǫu̯.m (L423p Stokkem)
|
Elk van de twee balken van een zijladder waartussen zich de sporten bevinden. [JG 1a; JG 1b]
I-13
|
19668 |
lade |
lade:
lāi̯ (L423p Stokkem),
lāj (L423p Stokkem, ...
L423p Stokkem),
lade van de tafel:
lāj van də toͅfəl (L423p Stokkem)
|
lade || lade van een tafel [ZND 37 (1941)], [ZND 39 (1942)]
III-2-1
|
27367 |
laden |
laden:
lāi̯.ǝ (L423p Stokkem)
|
De kar laden. Vergelijk ook WLD I, afl. 4, p. 84 ev [JG 1a, 1b; L 37, 14; Wi 33, 39; add. bij N 18]
I-10
|
27854 |
lading |
vracht:
vrax (L423p Stokkem)
|
Datgene wat op de kar of kruiwagen wordt geladen. [JG 1a, 1b; Wi 52; monogr.]
I-10
|
18304 |
lage herenschoen, molière |
lage schoen:
lieg sjoon (L423p Stokkem)
|
herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33360 |
lage kachel voor de ketel met was of veevoer |
bereklauw:
bē̜ ̞rǝklǫu̯ (L423p Stokkem)
|
De lage kachel waarop de ketel met was of veevoer verwarmd wordt. De benamingen met ketel doen denken aan een gecombineerde ketel en kachel, vast verbonden, met een grote inhoud. Een bereklauw heeft drie poten. De kachel dient niet om een ruimte te verwarmen. Sommige benamingen wijzen op de afwezigheid van een kachel of op de aanwezigheid van een open vuur. Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [L 23, 58c; monogr.]
I-6
|
32447 |
lage klomp |
platte klomp:
platǝ [klomp] (L423p Stokkem)
|
Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.]
II-12
|
18377 |
lage klomp? |
platte klomp:
platte klómp (L423p Stokkem)
|
klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18351 |
lakschoen |
laqu (fr.):
lakkees (L423p Stokkem),
laquschoen (<fr.):
lakkeesjoon (L423p Stokkem)
|
lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18147 |
lam |
lam:
lamp (L423p Stokkem),
lammetje:
lɛmkǝ (L423p Stokkem, ...
L423p Stokkem),
schaapje:
šǭpkǝ (L423p Stokkem)
|
Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.]
I-12
|