32467 |
onkruidvrij maken |
geden:
gē̜jǝ (L423p Stokkem),
zuiver houden:
zȳvǝr hǭwǝ (L423p Stokkem)
|
De ruimte rondom de wissenstruiken onkruidvrij maken om de groei van de planten te bevorderen. De respondenten uit Weert (L 289) en Diepenbeek (Q 71) merken op dat er geen speciale voorbewerkingen worden uitgevoerd. [N 40, 6]
II-12
|
20452 |
onkuis |
vuil:
voel (L423p Stokkem)
|
onkuis, onzuiver, ontuchtig [N 96D (1989)]
III-2-2
|
23974 |
onkuisaard |
smeerlap:
smeerlap (L423p Stokkem),
vuillap:
voellap (L423p Stokkem)
|
Onkuisaard, viezerik op sexueel gebied [smeerlap, vieze beest, vieze fannie]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23973 |
onkuisheid |
beesterij:
biesterij (L423p Stokkem)
|
Onkuisheid, onzuiverheid, ontuchtigheid [beesterij, zwijnerij]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19267 |
onnozel persoon |
reubenteut:
mar.: cf. Schuermans s.v. "reub"= raap; cf. p. 721 s.v. "teut"= zwervende koopman, maar ook tuit (van koffiepot) en "jong varken
reubenteutn (L423p Stokkem),
zebedeus:
subbedêijes (L423p Stokkem)
|
onnozelaar
III-1-4
|
22316 |
onnozele-kinderendag |
onnozele-kinderendag:
onnuzele kenjerdaag (L423p Stokkem)
|
28 december, herinneringsdag van de kindermoord in Bethlehem, Onnozele Kinderen [Onnüezele Kinger, Allerkinderdag, der Kinderdag]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
19278 |
onrustig |
onrustig:
ônrastig (L423p Stokkem)
|
onrustig
III-1-4
|
25175 |
onstuimige lucht |
wilde lucht:
n wilj loch
ən wel⁄ loͅx (L423p Stokkem)
|
onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
20581 |
ontbijt |
koffie, de -:
koͅfi (L423p Stokkem)
|
de eerste maaltijd van de dag [ZND 40 (1942)]
III-2-3
|
20814 |
ontbijtkoek, peperkoek |
peperkoek:
pēpərkōk (L423p Stokkem)
|
peperkoek [ZND 40 (1942)]
III-2-3
|