33574 |
pruimenboom |
pruimenboom:
proemebaum (L423p Stokkem)
|
pruimenboom
I-7
|
18926 |
prutsen |
fiemelen:
fiemele (L423p Stokkem),
fitselen:
fitsjele (L423p Stokkem),
ineenflatsen:
ineinflatse (L423p Stokkem),
klommelen:
klômmele (L423p Stokkem),
knutselwerk verrichten:
knutselwerk verrichten (L423p Stokkem),
prutsen:
prøtsə (L423p Stokkem),
taffelen:
taffele (L423p Stokkem)
|
onhandig werken || prullewerk maken || prutsen || prutsen: betekenis [ZND 40 (1942)] || prutsen: uitspraak [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
18908 |
prutser |
foddelaar:
fôddelaer (L423p Stokkem),
futselaar:
fitselaer (L423p Stokkem),
klommelaar:
klômmelaer (L423p Stokkem),
klootjannes:
kloeëtjannes (L423p Stokkem),
taffelaar:
taffelaer (L423p Stokkem)
|
knoeier || onhandig iemand || prutser
III-1-4
|
18930 |
prutswerk |
klommel:
klômmel (L423p Stokkem)
|
prutswerk
III-1-4
|
20651 |
pudding |
pudding:
pødeŋ (L423p Stokkem)
|
Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
30687 |
puimsteen |
puimsteen:
pompstęjn (L423p Stokkem)
|
Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.]
II-9
|
18693 |
pullover |
pullover:
Ook voor 069 gebruikt.
plovər (L423p Stokkem)
|
pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
32879 |
punt van het blad van de zeis |
punt:
pønt (L423p Stokkem),
tip:
tøp (L423p Stokkem)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
33635 |
putemmer |
ophaalaker:
oͅbōlīkər (L423p Stokkem)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33624 |
putgalg |
gaffel:
gafəl (L423p Stokkem, ...
L423p Stokkem,
L423p Stokkem),
raam:
rām (L423p Stokkem)
|
[N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)] [ZND m]
I-7
|