33633 |
puthaak |
gard:
geͅi̯rt (L423p Stokkem),
ophaalgard:
overgezet naar Puthaak
oͅbolgēͅrt (L423p Stokkem),
puthaak:
pødok (L423p Stokkem)
|
[N 12 (1961)] [N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)]
I-7
|
24227 |
putter |
putter:
pötter (L423p Stokkem)
|
distelvink, putter
III-4-1
|
33623 |
putzwengel |
disselboom:
destelbaum (L423p Stokkem),
ophaalboom:
obōlbōͅu̯m (L423p Stokkem)
|
[N 12 (1961)] [ZND m]
I-7
|
18610 |
pyjama |
pyjama {piama}:
pizjámà (L423p Stokkem),
pizjəmà (L423p Stokkem)
|
pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)]
III-1-3
|
23766 |
quatertemperdag |
quatertemper (<lat.):
quatertemper (L423p Stokkem)
|
De R.K. vastendag op de eerste woensdag, vrijdag en zaterdag van elk jaargetijde, quatertemperdag. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
22726 |
raadsel(tje) |
raadsel(tje):
raadsel (L423p Stokkem)
|
Raadsel. [Willems (1885)]
III-3-2
|
27904 |
raam |
raam:
rām (L423p Stokkem),
venster:
venstǝr (L423p Stokkem
[(+)]
)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
32825 |
raam van de landrol |
raam:
rām (L423p Stokkem)
|
Het door twee lange en twee korte balkjes gevormde raam waarin of waaronder de rol of cylinder kan draaien. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 2c; JG 1b add.; N 11A, 184b + c + 185b; monogr.]
I-2
|
30182 |
raamwerk |
kader:
kādǝr (L423p Stokkem)
|
Het gehele timmergeraamte van verticale en horizontale balken. [N 4A, 52f; N 31, 45b; monogr.; N 4A, 52e]
II-9
|
33272 |
raapzaadolie |
reubesmout:
rø̄bǝsmau.t (L423p Stokkem)
|
De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|