19057 |
raar, vreemd |
curieus:
kerjeus (L423p Stokkem),
komiek:
kemik (L423p Stokkem),
vreemd:
vraemp (L423p Stokkem)
|
eigenaardig || vreemd
III-1-4
|
28447 |
raat |
raat:
(mv)
rātǝ (L423p Stokkem)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
19224 |
raden |
raden:
raoje (L423p Stokkem)
|
raden
III-1-4
|
33577 |
radijs |
radijs:
rədeͅi̯s (L423p Stokkem)
|
[ZND 41 (1943)]
I-7
|
18167 |
rafel |
dreumel:
dreuimelen (L423p Stokkem),
franje:
franjes (L423p Stokkem),
franjel:
fra.ŋələ (L423p Stokkem),
fraanjelen (L423p Stokkem),
vetsel:
onduidelijk
vedzelen (L423p Stokkem)
|
Rafels. Hoe noemt men de rafels die afhangen aan zeer versleten kleren ? [ZND 41 (1943)]
III-1-3
|
21164 |
rails |
rails (<eng.):
rels (L423p Stokkem),
richels:
richels (L423p Stokkem),
roden?:
roijə (L423p Stokkem)
|
rails [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
19977 |
rammelaar |
rammelaar:
remmelaer (L423p Stokkem),
rekel:
rēͅkəl (L423p Stokkem)
|
konijn, mannetje: rammelaar || rammelaar, mannetje konijn [Goossens 1b (1960)]
III-2-1
|
34631 |
rammelkar |
ratelkar:
rātǝlkar (L423p Stokkem)
|
Kar die veel lawaai maakt. [N 17, 92]
I-13
|
33578 |
rammenas |
rammenas:
rammenas (L423p Stokkem),
ramənas (L423p Stokkem)
|
[ZND 41 (1943)]
I-7
|
30997 |
rand |
boord:
bōǝrt (L423p Stokkem),
rand:
rant (L423p Stokkem)
|
De bovenste rand van de mand, meestal gevlochten uit de uiteinden van de rechtopstaande wissen. [N 40, 66]
II-12
|