30179 |
regels |
richels:
rexǝls (L423p Stokkem)
|
De horizontale balkjes die tussen de stijlen bevestigd worden. Zie ook afb. 47. De horizontale balk die de hele muurbreedte overspande, werd in Q 97 de 'kettingbalk' ('kęteŋbalǝk') genoemd. De balken werden met behulp van een pen/gat-verbinding aan elkaar bevestigd. De pen noemde men 'kijl' ('kīl'), het aan elkaar bevestigen van de balken 'angen' ('aŋǝ'). Bij de bovengenoemde houtverbinding bedroeg de doorsnede van het gat altijd het derde deel van de totale breedte van de balk. [N 4A, 52b; N 31, 45 add.; monogr.; div.; Vld]
II-9
|
25171 |
regen (alg.) |
regen:
rie.:əngər (L423p Stokkem),
reege(n)
rēͅgə(n) (L423p Stokkem)
|
regen [ZND 23 (1937)] || regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25181 |
regenboog |
regenboog:
regenboach (m.)
rēgənbāx (L423p Stokkem)
|
regenboog [weerteken] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25238 |
regenbuitje |
buitje:
e bujke
ə bøjkə (L423p Stokkem)
|
licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25183 |
regenen (alg.) |
regenen:
(⁄t wa.s su.əgo:dɛ̞siɛ̝kər datət) riɛ̝ŋərə (zauw) (L423p Stokkem),
(⁄t wa.su.əgo:dɛ̞siɛ̝kər datət zauw) riɛ̝ŋərə (L423p Stokkem),
rèèngere (L423p Stokkem),
reegene
rēͅgənə (L423p Stokkem)
|
regenen || regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)] || Regenen. ¯t Was zo goed als zeker, dat het zou regenen. [ZND 46 (1946)]
III-4-4
|
18554 |
regenjas |
regenjas:
reͅigenja.s (L423p Stokkem),
reͅigənja.s (L423p Stokkem),
reͅiŋerja.s (L423p Stokkem),
reͅiŋərja.s (L423p Stokkem)
|
damesregenmantel [N 23 (1964)] || regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
30537 |
regenpijp |
afleidbuis:
āflęjbø̜js (L423p Stokkem),
kandel:
kāŋǝl (L423p Stokkem)
|
De buis die het regenwater vanuit de dakgoot naar beneden voert. [N 64, 149a; L 24, 23b; L 24, 38; L B1, 160b; monogr.; Vld.]
II-9
|
24308 |
regenworm |
piering:
piering (L423p Stokkem),
piezeling:
piezeling (L423p Stokkem),
worm:
worm (L423p Stokkem, ...
L423p Stokkem),
woͅrəm (L423p Stokkem)
|
pier, aardworm [Willems (1885)] || regenworm || worm [Willems (1885)] || worm, alg. [ZND m]
III-4-2
|
21201 |
reiskoffer |
valies (<fr.):
vlêis (L423p Stokkem)
|
valies; boekentas
III-3-1
|
21455 |
rekenen |
cijferen:
cijferen (L423p Stokkem),
rekenen:
riekənə (L423p Stokkem)
|
rekenen [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|