26668 |
rosmolen |
manège (fr.):
mǝnēži (L423p Stokkem)
|
De oudste machine die voor het dorsen werd gebruikt. Een paard leverde hier de drijfkracht. Algemeen wordt onder manège een constructie verstaan bestaande uit een vertikale as die door een horizontale boom, waar een paard is voorgespannen, in beweging wordt gebracht. Door middel van een kardan-koppeling wordt die draaiende beweging doorgegeven aan een horizontale as die door de wand van de schuur naar een machine werd geleid en deze aandrijfkracht leverde. In dit geval wordt door de rosmolen een trommel aangedreven waarin de halmen gedorst werden. Vergelijk ook het lemma ''rosmolen'' in de aflevering over de molenaarsterminologie, wld II,3, blz. 163.' [N 14, 7; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
24066 |
rouw dragen |
rouw dragen:
rouw drage (L423p Stokkem)
|
Rouw dragen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20421 |
rouwbrief |
doodsbrief:
doedsbreef (L423p Stokkem)
|
De rouwbrief. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24065 |
rouwkrans |
kroon:
krōēn (L423p Stokkem)
|
De krans die op de kist wordt gelegd [krants]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20446 |
rouwsluier |
voile:
vaol (L423p Stokkem)
|
een rouwsluier, voile, falie [N 96D (1989)]
III-2-2
|
20447 |
rouwsluier aan een hoed |
voile:
vwal (L423p Stokkem)
|
rouwsluier(s) aan een hoed [N 25 (1964)]
III-2-2
|
21330 |
royaal |
royaal (<fr.):
mild
roijaal (L423p Stokkem),
volop - mild
rəjal (L423p Stokkem)
|
Royaal: uitspraak en betekenis (mild, onbekrompen, volop, enz.). [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
24524 |
rozenbottel |
konkernol:
kônkernol (L423p Stokkem)
|
hondsroosvrucht
III-4-3
|
23721 |
rozenhoedje |
rozenkrans:
roezekrans (L423p Stokkem)
|
Een Rozenhoedje (waarbij men 1 maal het bidsnoer langs gaat). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23716 |
rozenkrans |
rozenkrans:
roezekrans (L423p Stokkem)
|
De rozenkrans, het bidsnoer [bid-vr-ons?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|