17824 |
vangen |
vangen:
vannen (L423p Stokkem)
|
vangen [ZND m]
III-1-2
|
18808 |
vanzelfsprekend |
natuurlijk:
das naty:rlək (L423p Stokkem),
dat ɛs naty(3)̄rlək (L423p Stokkem)
|
Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
21254 |
varen |
varen:
y tussen y en ø
vyrə (L423p Stokkem, ...
L423p Stokkem)
|
varen [ZND m]
III-3-1
|
34297 |
varken |
kuus:
koš (L423p Stokkem),
varken:
vęrkǝ (L423p Stokkem),
vɛ.rǝkǝ (L423p Stokkem),
vɛrkǝ (L423p Stokkem),
vɛrǝkǝ (L423p Stokkem),
varkentje:
vɛrkskǝ (L423p Stokkem)
|
Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s]
I-12
|
34328 |
varken met een doorgezakte rug |
zaalrug:
zālrøk (L423p Stokkem)
|
[N 76, 19]
I-12
|
34327 |
varken met een te hoge rug |
kromme:
kromǝ (L423p Stokkem)
|
[N 76, 18]
I-12
|
34301 |
varken met hangende oren |
landvarken:
lantvɛrkǝ (L423p Stokkem)
|
Varken van het ras dat hangende oren heeft. [N 76, 1a]
I-12
|
34302 |
varken met staande oren |
yorkshire:
jǫrksīr (L423p Stokkem)
|
Varken van het ras dat staande oren heeft. [N 76, 1b]
I-12
|
34316 |
varken van acht tot twaalf weken |
scheut:
sxø̄t (L423p Stokkem),
šȳǝ.t (L423p Stokkem),
šøǝt (L423p Stokkem),
šø̄t (L423p Stokkem),
šęø̜i̯t (L423p Stokkem),
scheuteling:
šøtǝleŋ (L423p Stokkem)
|
De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.]
I-12
|
34317 |
varken van drie tot vijf maanden |
mestvarken:
mɛstvɛrkǝ (L423p Stokkem),
mɛsvɛrkǝ (L423p Stokkem)
|
Een halfvet varken van 50 tot 80 kg. Volgens het WNT (III, 1 p. 1460) is een broeiling een "speenvarken", eigenlijk een "varken geschikt om te broeien". Het gaat hier dus om een varken dat zo goed als slachtklaar is. [N 76, 3d; JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 19, 8; L 37, 49f; N 19, 4a; A 4, 4b; monogr.; N 19, Q 111 add.]
I-12
|