e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
varken van vier tot acht weken speenvarken: spinvɛrkǝ (Stokkem) [N 76, 3b; L 37, 49f; monogr.] I-12
varkens fokken kweken: kwēkǝ (Stokkem) Zich toeleggen op de teelt van varkens. [N 76, 37b; monogr.] I-12
varkens mesten masten: mastǝ (Stokkem) Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
varkenshouder varkensboer: vɛrkǝsbūr (Stokkem) Persoon die beroepsmatig varkens houdt. [N 76, 37a; N 76, 37b] I-12
varkensketel varkensketel: vɛrǝkǝskētǝl (Stokkem), zoopketel: zø̜i̯pkētǝl (Stokkem) De ketel waarin het varkensvoer gekookt en gemengd wordt. Soms is het dezelfde ketel als die waarin het voer voor de koeien bereid wordt. Zie verder het lemma "veevoerkookketel" (2.2.10). [JG 1a; L 36, 96c; monogr.; add. uit A 13, 19c] I-6
varkensstal, varkenshok varkenskotje: vɛ.rkǝskø̜tšǝ (Stokkem), varkensstal: vɛ.rǝkǝs[stal] (Stokkem) De stal of het deel van de stal waarin zich de varkenshokken bevinden. Doorgaans wordt er geen onderscheid gemaakt in de aanduiding van de stal in de zin van het gebouw of deel daarvan en in die van het hok, de houten constructie waarin de varkens zich bevinden. De opgaven waarbij wèl is aangegeven dat zij betrekking hebben op het houten hok, staan achter in het lemma bijeen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.3). Zie ook de plattegronden van de stallen in paragraaf 1.2. [N 5A, 60a en 60b; N 5, 105c; A 10, 9d en 9e; L 38, 27; S 39 en 50; monogr.] I-6
varkenston brijselton: brisǝltōn (Stokkem) Ton om gekookt varkensvoer in te bewaren. Zie voor de benamingen van "varkensketel" het lemma ''varkensketel'' in wld I.6 (2.2.11). [N 18, 131; monogr.] I-12
varkenstrog krib: krøp (Stokkem), varkenskrib: vɛrkǝskrøp (Stokkem) De vaste voerbak in een varkenshok voor het vloeibare voedsel. [N 5A, 60d; A 4, 4d; L 8, 19; L 20, 4d] I-6
varkensvet gesmolten vet: gəsmoljšə veͅt (Stokkem) gesmolten vet [Goossens 1b (1960)] III-2-3
varkenswei loop: lø̄p (Stokkem) De met een houten schutting of prikkeldraad omheinde ruimte in de open lucht waar de varkens lopen. Vaak wordt de boomgaard als varkenswei gebruikt. [N 5A, 61a; N 76, 41a; A 10, 9e] I-6