34165 |
verlopen |
verwerpen:
(de koe heeft) vǝrwǫrpǝ (L423p Stokkem)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
23374 |
verpachte banken |
pachtbanken:
pachbank (L423p Stokkem)
|
De kerkbanken waarvan de plaatsen aan parochianen verpacht werden. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
20850 |
verpieteren |
zauwel:
zauwel (L423p Stokkem)
|
verschaald eten of drinken
III-2-3
|
23249 |
verplichte feestdag |
geboden feestdag:
gebooie fiesdaag (L423p Stokkem)
|
Een geboden, verplichte feestdag [festerandach]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
20576 |
verschaald |
verzauweld:
verzauwelt (L423p Stokkem)
|
verschaald
III-2-3
|
20644 |
verschalen |
verzauwelen:
verzauwele (L423p Stokkem)
|
verschalen
III-2-3
|
23916 |
verschijning |
verschijning:
verschiening öbbe/kriege (L423p Stokkem)
|
Een verschijning hebben/krijgen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
22434 |
versieren (met bloemen) |
sieren:
seere (L423p Stokkem),
sere (L423p Stokkem),
versieren:
verseeren (L423p Stokkem)
|
Het versieren van de straten op de dag(en) vóór de processie [tsere]. [N 96C (1989)] || Versieren van iets. || Versieren. [Willems (1885)]
III-3-2
|
22568 |
versnaperingen ophalen op vastenavond |
rommelen:
rômmele (L423p Stokkem)
|
Met karnaval zingend van deur tot deur geld of spek inzamelen.
III-3-2
|
32918 |
verspreid gras |
sprei:
špręi̯ (L423p Stokkem)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|