e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stokkem

Overzicht

Gevonden: 4071
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dronkaard zuipkoe: zoeëpkoo (Stokkem), zuiplap: zoeëplap (Stokkem) zuiplap III-2-3
droog blijven t blijft over]: t heuljt euver  hølš øvər (Stokkem), t hultj euver  ət høl⁄toͅ øvər (Stokkem) droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)] III-4-4
droog weer droog: druig (Stokkem), drûûch (Stokkem) droog [DC 45 (1970)], [RND] III-4-4
droogstaan droogstaan: (de koe) støu̯ drȳǝx (Stokkem), dryxštōn (Stokkem) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
drop krabbieja: krabbiejaa (Stokkem), makkepek: makkepèèk (Stokkem), zuigen: zjip (Stokkem) drop || zwarte drop III-2-3
druilerig en koud weer motterig weer: motterich weir  moͅtərex wēͅr (Stokkem) druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] III-4-4
drukkend warm laf: laf (Stokkem) onweersachtig III-4-4
drukte, gedoe bedrijf: bedrijf (Stokkem), gedoens: gedoons (Stokkem), kaskenade: kiskenaade (Stokkem) drukte III-1-4
druktemaker ambrasmaker: ambrasmèèker (Stokkem) seuktemaker III-1-4
druppel druppel: drəpəl (Stokkem, ... ) druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4