e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P056p plaats=Stokrooie

Overzicht

Gevonden: 1858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijk kalf varrenkalf: vē̜rǝ[kalf] (Stokrooie) [N 3A, 15; N C, 7a; JG 1a, 1b; A 9, 17a; Gwn V, 5a; monogr.] I-11
mannelijk schaap bok: bok (Stokrooie), kas: kás (Stokrooie) Het mannelijk schaap in het algemeen. Varianten van het woordtype hamel die voor "mannelijk schaap" zijn opgegeven, zijn naar het lemma ''gesneden mannelijk schaap'' (2.2.5) overgeheveld. [L 5, 30b; L 20, 22a; L 39, 44; L 6, 25; L B2, 319; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 2, 46; A 4, 22a; Wi 12; AGV, m 3; R 3, 34; VLD; S, Q 105 add.; monogr.] I-12
mannelijke duif duiver: dø͂ͅ(y)vər (Stokrooie), haan: haan (Stokrooie), mannetje: menneke (Stokrooie) Doffer. [Goossens 1b (1960)] || Duif, mannelijk. [ZND 39 (1942)] III-3-2
mannelijke eend wenderik: we`a.nǝrek (Stokrooie) [GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.] I-12
mannelijke gans wenderik: we`á.nǝrek (Stokrooie) [A 6, 5a; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 59; L 14, 20; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
mannelijke geit bok: bok (Stokrooie) [N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
mannelijke hond, reu mannetje: menneke (Stokrooie), mɛnəkə (Stokrooie) reu [Goossens 1b (1960)] || reu, mann. hond [Goossens 2a (1963)] III-2-1
mannelijke kat, kater kater: kaoter (Stokrooie), kōͅə.tər (Stokrooie) kater [Goossens 1b (1960)] || mannelijke kat [ZND 27 (1938)] III-2-1
markt markt: inne mits van de merk (Stokrooie) In het midden van de markt. [ZND 38 (1942)] III-3-1
marmer marmer: marəmər (Stokrooie, ... ), mermer (Stokrooie, ... ) marmer [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)] III-4-4