e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P056p plaats=Stokrooie

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peen, wortel poten: poete (Stokrooie) I-7
peetoom peternonk: peternóónk (Stokrooie) hoe heet de man die een kind ter doop houdt [ZND 48 (1954)] III-2-2
peettante meter: meter (Stokrooie) hoe heet de vrouw die een kind ter doop houdt [ZND 48 (1954)] III-2-2
peilmerk pegel: pīgǝl (Stokrooie) Een van overheidswege aangebracht merkteken in de vorm van een nagel, bout (l 371) of ingemetselde steen (l 368) waarmee het hoogst toelaatbare waterpeil wordt aangegeven. Volgens Coenen (pag. 52) gold het systeem van de peilnagel niet in Nederland. Men kende daar wel een schaallat waarop men steeds het peil kon aflezen. [Vds 54; Jan 54; Coe 40; Grof 70] II-3
pek pek: pɛk (Stokrooie) De kleverige, zwarte massa die de schoenmaker gebruikt om een draad mee in te smeren. [N 60, 197b; N 36, 44; L 40, 38] II-10
pekdraad pekdraad: pɛkdrōt (Stokrooie) De draad die men maakt door hennepvezels in elkaar te draaien en met pek in te smeren. [N 60, 195a; N 60, 238a; N 36, 44; L 40, 39] II-10
pennenhouder pennenschacht: penneschacht (Stokrooie) pennenhouder [ZND 40 (1942)] III-3-1
persoon die alles kwijt is platbroek: platbroek (Stokrooie) Hoe heet iemand die alles bij het spel (bijvoorbeeld bij het knikkeren) heeft verloren? [ZND 29 (1938)] III-3-2
perzikkruid reutsel: rētsǝl (Stokrooie) Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56] I-5
peterselie petersel: pitərse.l (Stokrooie) [Goossens 1b (1960)] I-7