e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stramproy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ogen insplitsen of bevestigen ogen aansplitsen: ōgǝn ānspletzǝ (Stramproy) Ogen aan de luireep bevestigen d.m.v. splitsen of anderszins. [N O, 26e; N O, 25f add.] II-3
ogenblikje, korte tijd, eventjes beetje: ⁄n bitje (Stramproy), ogenblikje: ougənblikskə (Stramproy) ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
olie smout: smōāt (Stramproy) olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] III-2-3
omheinen afmaken: āfmākǝ (Stramproy) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omheining van takken tuin: tūn (Stramproy) Omheining van een erf of een stuk land, gevlochten van takken. [A 25, 4b; monogr.] I-8
omhulsel van het teellid koker: kōkǝr (Stramproy) Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
omzetten omschieten: ōmšētǝ (Stramproy), omzetten: omzɛtǝ (Stramproy) Van de natte, kiemende gerst de onderste laag boven brengen. De invuller uit P 180 merkt op dat dit omzetten twee maal per dag geschiedt. Volgens de respondent uit L 210 maakt men hopen van ongeveer 25 cm hoogte om warmte, en daardoor broeiing te verwekken. [N 35, 11; N 35, 9; monogr.] II-2
onbelangrijk weinig: weinig (Stramproy) weinig [DC 39 (1965)] III-4-4
ondergoed ondergoed: ongergood (Stramproy) Onderkleding. Wat is in uw dialect het gewone woord voor onderkleding? [DC 62 (1987)] III-1-3
onderhaam onderhaam: oŋǝrhām (Stramproy) Twee met elkaar verbonden kussens die het paard onder het haam draagt, als dat te groot is. [N 13, 11; monogr.] I-10