e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stramproy

Overzicht

Gevonden: 2172
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwaluwstaartverbinding zwalvenstaart: zwɛlvǝstɛrt (Stramproy) In het algemeen een verbinding waarbij een soort pen, uitgesneden in de vorm van een zwaluwstaart aan het einde van het ene stuk hout, wordt gevoegd in een inkeping van dezelfde vorm aan het einde van het andere stuk. Zie ook afb. 133. [N 54, 55a; A 18, 39e; monogr.] II-12
zwarte bes sint-jansberen: mv: -e  St. Jansbeere (Stramproy), zwarte beren: mv: -e  zwarte bee:re* (Stramproy), zwarte beere (Stramproy) [DC 13 (1945)] I-7
zwarte kraai, kraai kraan: kraon (Stramproy), raaf: raaf (Stramproy, ... ) Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)] || kraai III-4-1
zwarte nachtschade nachtschaal: naxtšāl (Stramproy) Solanum nigrum L. subsp. nigrum. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in moestuinen en open bermen met witte stervormige bloempjes en giftige zaden in de vorm van zwarte (rijpe) of groene tot gele (onrijpe) bessen of bolletjes. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 5 tot 60 cm. Het type wiemelen is een variant van ɛwiemerenɛ, uit ɛwijn-berenɛ, "aalbessen". Bij tinkruid wordt opgemerkt: "men schuurt er tin mee". [JG 1a, 1b, 2c; A 43, 10; A 60A, 69; monogr.] I-5
zwavelstok zwegeltje: zwegelke (Stramproy) zwavelstokken, de vroegere lucifers (zwevelstok, -stek, sollefert, solverstekske) [N 20 (zj)] III-2-1
zwavelx zwagel: sjwegel (Stramproy), zwe.gəl (Stramproy), zwegel (Stramproy) zwavel [DC 02 (1932)] III-4-4
zweep gesel: gęi̯sǝl (Stramproy) Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.] I-10
zwemmen zwemmen: zwumme (Stramproy), zwömən (Stramproy) zwemmen [RND] || Zwemmen. [DC 38 (1964)] III-3-2
zwepen touwen: tǫwǝ (Stramproy) Koorden waarmee de jager de schietspoel aandrijft in de lade. Aan de koorden is een trekker bevestigd, een handvat waarmee de wever het geheel beweegt van links naar rechts en terug. [N 39, 49a] II-7
zwichtstelling galderij: galdǝrej (Stramproy), galerij: galǝrij (Stramproy) De omloop of galerij om de Hollandse molen vanwaar men de zeilen kan zwichten en eventueel ook de vang kan bedienen. Zie ook afb. 24. [N O, 57a; Sche 23] II-3