e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stramproy

Overzicht

Gevonden: 2172
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
enkel enkel: inkel (Stramproy), ènkel (Stramproy) enkel [DC 01 (1931)] III-1-1
enten enten: ɛntə (Stramproy), loten: lotə (Stramproy) [RND 08] I-7
erf geleg: gəlēx (Stramproy), hof: hō.f (Stramproy) I-7
erwten- of bonenranken ranken: reng (Stramproy) [N Q (1966)] I-7
eten (ww.) eten: aiten (Stramproy), éétə (Stramproy) eten [DC 37 (1964)], [RND] III-2-3
etensketeltje henkelmann (d.): hinkeman (Stramproy) tweelingpannetje (voor soep en aardappelen) om eten naar arbeiders in het veld te brengen (hinkelman) [N 20 (zj)] III-2-1
euziestaart overstaart: ø̄vǝrstɛrt (Stramproy) Het schuine balkje dat aan de buitenkant onder tegen de oorbomen is bevestigd. Zie ook afb. 18. [N O, 44j] II-3
evenwichtig gelijk: gǝlīk (Stramproy) Gelijk van gewicht, van dracht, gezegd van de twee helften van een roede. [N O, 7r] II-3
ezelbroek hoolbeugel: hōlbø̄gǝl (Stramproy) (IJzeren) band om de pasbrug heen. [N O, 231] II-3
fabrieksweven fabrieksweven: fǝbrikswē̜vǝ (Stramproy) Weven in een gemechaniseerde weverij. [N 39, 108c] II-7