| 17659 |
hand |
hand:
hanjd (L318p Stramproy),
hantj (L318p Stramproy)
|
hand [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
| 29186 |
handlade |
handlade:
hantlāj (L318p Stramproy)
|
De weeflade wanneer de spoel met de hand wordt gegooid. [N 39, 44b]
II-7
|
| 32831 |
handrol, tuinrol |
welletje:
wɛlkǝ (L318p Stramproy)
|
Een kleine rol voor gebruik in de tuin of op een klein perceel; deze rol wordt door een persoon voortgetrokken aan een touw dat op twee plaatsen aan het raam bevestigd is, of aan een met het raam verbonden steel met handgreep. Zie de afb. 85 en 86. [JG 1a; N 11A, 186a; A 40, 9f; div.]
I-2
|
| 26078 |
handspaken |
spaken:
spǭkǝ (L318p Stramproy)
|
De staken of spijlen van de kruias. Zie ook afb. 21. [N O, 30f]
II-3
|
| 29196 |
handspoel |
handspoel:
hantspūǝl (L318p Stramproy)
|
De weefspoel die met de hand geworpen wordt. [N 39, 105b]
II-7
|
| 32872 |
handvatten |
krukken:
krø̜k (L318p Stramproy),
krø̜kǝ (L318p Stramproy)
|
Beide handvatten van de steel van de zeis te zamen genomen. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en de toelichtingen bij de lemma''s ''steel van de zeis'', ''bovenste handvat'' en ''onderste handvat''. De opgaven moeten worden gelezen als meervouden of collectiva. [N 18, 67 b en c add.; JG 2c; A 14, 5; L 45, 5]
I-3
|
| 19566 |
handveger, stoffer |
handveger:
handveger (L318p Stramproy, ...
L318p Stramproy)
|
het voorwerp waarmee vloeren en vloerkleden stofvrij worden gemaakt met stugge haren [DC 15 (1947)] || het voorwerp waarmee vloeren en vloerkleden stofvrij worden gemaakt met zachte haren [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
| 25056 |
handvol |
handvol:
hampel (L318p Stramproy)
|
handvol
III-4-4
|
| 29157 |
handweefgetouw |
getouw:
gǝtǫw (L318p Stramproy),
weefgetouw:
wēǝf˲gǝtǫw (L318p Stramproy)
|
Het weefgetouw dat bediend wordt met de hand. De afmetingen hiervan zijn nogal verschillend; gewoonlijk is de lengte 2,5 m tot 3 m, de breedte ongeveer 2 m en de hoogte tot aan de draagarmen 2,5 m (Grothe, pag. 338). Zie afb. 54 en 55. [N 39, 1b; N 39, 1a; N 5A øIŋ, 9c; monogr.]
II-7
|
| 29152 |
handweven |
handweven:
hānjtjwē̜vǝ (L318p Stramproy)
|
Thuis met de hand weven op het handweefgetouw, waarbij de schietspoel nog met de hand door de schering wordt geworpen. [N 39, 108b]
II-7
|