e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stramproy

Overzicht

Gevonden: 2172
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hen met kuikens brok: brok (Stramproy), brõk (Stramproy), brǫk (Stramproy) Kip die rondloopt met kuikens. Zie afbeelding 9. [A 6, 1c; A 28, add.; L 22, 22; Gwn 5, 15 add.; NE II, 11; L B2, 320; R 3, 40; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
hengsel hengel: eŋǝl (Stramproy), heŋǝl (Stramproy), ingel (Stramproy), hengsel: heŋsǝl (Stramproy) hengsel van waterketel van koper of ijzeren met hengsel en tuit (hengel, hengsel) [N 20 (zj)] || Het grote handvat over de hele mand heen. Zie ook afb. 284. De wis waarmee een hengsel werd gevlochten werd in Stokkem (L 423) beugel (bø̄ǝgǝl) genoemd. [N 40, 72; monogr.] II-12, III-2-1
hengstveulen hengstveulen: heŋstvø̄lǝ (Stramproy) Het mannelijk jong van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 3a] I-9
herdershond schaapshond: šǭpshǫnjtj (Stramproy), schepershond: šīpǝrshǫnjtj (Stramproy) Hond van verschillend ras die door de herder wordt gebruikt ter bewaking van de schaapskudde. [N 7, 68; N 78, 21a; L 6, 30; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
herderstasje herderstasje: herderstasje (Stramproy) gewoon herderstasje [DC 58 (1983)] III-4-3
herfst, najaar herfst: herfst (Stramproy) herfst (bamis(tijd), natijd, uitgang) [DC 39 (1965)] III-4-4
herik herik: hɛ̄rek (Stramproy), -  hairik (Stramproy), ai zoals in prairie  hairik (Stramproy) herik (Sinapis arvensis L.) [DC 43 (1968)] || herik (Sinapis arvensis) [DC 17 (1949)] || Sinapis arvensis L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland en in open bermen met goudgele bijeenstaande bloempjes en zaden in de vorm van zeer dunne opstaande boontjes. Het bloeit van mei tot september. De lengte varieert van 30 tot 80 cm. Het is ook bekend onder de oude naam krodde of wilde mosterd. Dit onkruid wordt vaak verward met knopherik (Raphanus raphanistrum L.), waar het sterk op lijkt. Knopherik komt meer voor op zandige akkers en bermen, terwijl de zaden groter zijn evenals de bloempjes, waarvan de kleur kan variëren van wit tot donkergeel en paars. Het bloeit van juli tot augustus en wordt 20 tot 60 cm hoog. Bij de opgaven wordt door een aantal informanten op dit verschil gewezen. Melm is droge akkergrond. Zie Goossens 1964; 1970 en 1988, 95-108. [N C, 2; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 17, 12; A 43, 12; monogr.] I-5, III-4-3
herkauwen neringen: nēreŋǝ (Stramproy) Het eerst niet of nauwelijks gekauwde, in de voormaag gedeeltelijk verteerde voedsel opnieuw verwerken. Zie afbeelding 7. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 4, 13; L 14, 26; L 14, 88; L 20, 13; S 13; monogr.] I-11
hermelijn witte wezel: witte wezel (Stramproy) hermelijn [DC 07 (1939)] III-4-2
hersenen hersens: hérses (Stramproy) Hersenen [DC 58 (1983)] III-1-1