e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stramproy

Overzicht

Gevonden: 2172
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
insteken inzetten: enzętǝ (Stramproy), opstaven: ǫpstē̜vǝ (Stramproy), opstekken: ǫpstękǝ (Stramproy) De wissen die het opstaande gedeelte van de mand zullen gaan vormen, in de bodem van de mand insteken. [N 40, 54] II-12
jager sneljager: snɛljāgǝr (Stramproy) Een blokje in de ladebak dat met een leren oog aan het trekwerk is bevestigd en dat dient om de schietspoel door de ketting te drijven. [N 39, 48b] II-7
jam gelei: sjelei (Stramproy) jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)] III-2-3
jammer jammer: jaomer (Stramproy), zonde: zunj (Stramproy) jammer [zund] [N 07 (1961)] III-1-4
jarig zijn verjaren: hai vərjāōrtj mörgə (Stramproy), hij verjoart mörgen (Stramproy), hè verjàortj mêrge (Stramproy) Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] III-3-2
jenever klare: kloare (Stramproy) jenever; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank bereid uit moutwijn waaraan bij de distillatie jeneverbessen zijn toegevoegd, die er het aroma aan verlenen (snevel, babbelwater, jandoedel, knevelwas, kwak, sjenevel, jenever, klare, snaps) [N 80 (1980)] III-2-3
jeneverbes zwarte beer: zwarte beere (Stramproy) jeneverbes (Juiniperus communis L.) [Roukens 03 (1937)] III-4-3
jeuk jeuk: jeuk (Stramproy) jeuk [N 07 (1961)] III-1-2
jong bier bier: bēr (Stramproy) Bier dat de hoofdgisting heeft ondergaan, vers gebrouwen bier. Volgens de invuller uit L 250 duurde het nagisten vroeger tweeëneenhalve maand terwijl er tegenwoordig slechts drie weken voor nodig zijn. [N 35, 72; monogr.] II-2
jong van een dier jong: jungk (Stramproy), jøŋk (Stramproy), klein beestje: klein bieëstje (Stramproy) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)] || klein beestje [DC 37 (1964)] I-11, III-4-2