e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

Gevonden: 4880
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
angel van bij of wesp angel: WBD/WLD  àngəl (Susteren) Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)] III-4-2
angst angst: angs (Susteren), àngs (Susteren), schrik: sjrik (Susteren) angst [SGV (1914)] || het gevoel van beklemming en vrees, veroorzaakt door een [wezenlijk of vermeend] dreigend onheil of gevaar [angst, schijt, schrik] [N 85 (1981)] III-1-4
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) violet: anjers  flötte (Susteren) tuinanjer III-2-1
anker anker: anker (Susteren), balkenanker: bɛlǝk˱aŋkǝr (Susteren) anker [SGV (1914)] || Stuk ijzer dat wordt gebruikt om muren, vloeren, gordingen etc. met elkaar te verbinden. Het is gewoonlijk samengesteld uit een schieter en een veer. De schieter vormt het metalen onderdeel aan de buitenzijde van de muur en bestaat uit een metalen staaf die in het midden een nok heeft. De veer brengt de verbinding tussen schieter en muur of vloer tot stand. Schieter en veer kunnen met behulp van één of meer spieën aan elkaar worden bevestigd. Zie ook afb. 72. De woordtypen 'strijkanker', 'trekanker' en 'strekanker' worden specifiek gebruikt voor een anker waarvan de veer in de dwarsrichting over twee of drie balken ligt. Het dient om muren te verankeren die evenwijdig lopen met de balklaag. [N 31, 38; N 4A, 51b; N 54, 123b; N 54, 124a; N 54, 126; monogr.] II-9, III-3-1
antwoorden antwoord geven: anjtwoord géve (Susteren), antwoorden: ànjtwoordə (Susteren) ten antwoord geven [antwoorden, anderen] [N 87 (1981)] III-3-1
appel, overige soorten klompje: -  klumpkes (Susteren) appelsoort I-7
appelbol appelenbol: #NAME?  appelebol (Susteren), krollemol: krollemol (Susteren) Appelbol (krollebol, kokkerebol, kollemol, zomerbroodje, appelbol, appelbroodje, ballebuuze?) [N 16 (1962)] || in deeg gebakken appel III-2-3
appelmoes appelmoes: appelmoos (Susteren, ... ), #NAME?  appelmoos (Susteren) Appelmoes (appelpommee?) [N 16 (1962)] || appelmoes [trot, trut] [N 38 (1971)] III-2-3
appels van de boom schudden schuddelen: WBD/WLD  sjöddələ (Susteren) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] III-2-3
appeltaart taartenpom: #NAME?  taartepòm (Susteren) Appeltaart (tartepom?) [N 16 (1962)] III-2-3