24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
WBD/WLD
àngəl (L432p Susteren)
|
Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
19312 |
angst |
angst:
angs (L432p Susteren),
àngs (L432p Susteren),
schrik:
sjrik (L432p Susteren)
|
angst [SGV (1914)] || het gevoel van beklemming en vrees, veroorzaakt door een [wezenlijk of vermeend] dreigend onheil of gevaar [angst, schijt, schrik] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19819 |
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) |
violet:
anjers
flötte (L432p Susteren)
|
tuinanjer
III-2-1
|
21251 |
anker |
anker:
anker (L432p Susteren),
balkenanker:
bɛlǝk˱aŋkǝr (L432p Susteren)
|
anker [SGV (1914)] || Stuk ijzer dat wordt gebruikt om muren, vloeren, gordingen etc. met elkaar te verbinden. Het is gewoonlijk samengesteld uit een schieter en een veer. De schieter vormt het metalen onderdeel aan de buitenzijde van de muur en bestaat uit een metalen staaf die in het midden een nok heeft. De veer brengt de verbinding tussen schieter en muur of vloer tot stand. Schieter en veer kunnen met behulp van één of meer spieën aan elkaar worden bevestigd. Zie ook afb. 72. De woordtypen 'strijkanker', 'trekanker' en 'strekanker' worden specifiek gebruikt voor een anker waarvan de veer in de dwarsrichting over twee of drie balken ligt. Het dient om muren te verankeren die evenwijdig lopen met de balklaag. [N 31, 38; N 4A, 51b; N 54, 123b; N 54, 124a; N 54, 126; monogr.]
II-9, III-3-1
|
21829 |
antwoorden |
antwoord geven:
anjtwoord géve (L432p Susteren),
antwoorden:
ànjtwoordə (L432p Susteren)
|
ten antwoord geven [antwoorden, anderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
33488 |
appel, overige soorten |
klompje:
-
klumpkes (L432p Susteren)
|
appelsoort
I-7
|
20638 |
appelbol |
appelenbol:
#NAME?
appelebol (L432p Susteren),
krollemol:
krollemol (L432p Susteren)
|
Appelbol (krollebol, kokkerebol, kollemol, zomerbroodje, appelbol, appelbroodje, ballebuuze?) [N 16 (1962)] || in deeg gebakken appel
III-2-3
|
20698 |
appelmoes |
appelmoes:
appelmoos (L432p Susteren, ...
L432p Susteren),
#NAME?
appelmoos (L432p Susteren)
|
Appelmoes (appelpommee?) [N 16 (1962)] || appelmoes [trot, trut] [N 38 (1971)]
III-2-3
|
21119 |
appels van de boom schudden |
schuddelen:
WBD/WLD
sjöddələ (L432p Susteren)
|
Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
20744 |
appeltaart |
taartenpom:
#NAME?
taartepòm (L432p Susteren)
|
Appeltaart (tartepom?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|