e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jam jam: jam (Susteren), sjem (Susteren) jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)] III-2-3
janken huilen: WBD/WLD  hūūlə (Susteren), joenkeren: ideosyncr.  jónkere (Susteren) Hoe noemt u een klagelijk hoog geluid voortbrengen, maar minder luid dan bij 018c (jonkelen, janken, kajiten, kajankelen, jammen) [N 83 (1981)] III-2-1
jarig zijn jarig zijn: hè:ə ìs jørìg (Susteren), jōͅrex zēn (Susteren) Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] || Zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren]. [N 88 (1982)] III-3-2
jarretelle jarretelle (fr.): sjartels (Susteren) jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)] III-1-3
jas: algemeen jas: jas (Susteren, ... ), jès (Susteren) jas [SGV (1914)] || jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] || jassen (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
jasje van het mantelpak jasje: jeske (Susteren) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3
jasje van het zwarte pak aangeklede jas: aangekleide jas (Susteren) jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)] III-1-3
jenever klare: klaore (Susteren), schnaps (du.): sjnaps (Susteren, ... ) jenever; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank bereid uit moutwijn waaraan bij de distillatie jeneverbessen zijn toegevoegd, die er het aroma aan verlenen (snevel, babbelwater, jandoedel, knevelwas, kwak, sjenevel, jenever, klare, snaps) [N 80 (1980)] III-2-3
jeneverbes hansbort: harsbert (Susteren) jeneverbes (Juiniperus communis L.) [Roukens 03 (1937)] III-4-3
jeuken jeuken: jeuke (Susteren, ... ) jeuk [öksel, jukt, ukt] [N 10a (1961)] || jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)] III-1-2