21221 |
karweien |
dienen:
dene (L432p Susteren),
karweien:
karweie (L432p Susteren)
|
onbetaalde arbeid verrichten aan de openbare wegen (karweien, botten) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
31572 |
karwip |
karwip:
[kar]wep (L432p Susteren)
|
Werktuig dat door smeden wordt gebruikt om karren op te lichten, bijvoorbeeld wanneer er onderdelen van een wiel zoals een naafbus of wielband vervangen moeten worden. Het bestaat uit een getande stang die door middel van een hefboom omhoog en omlaag kan worden bewogen. Mogelijk kunnen met de termen in dit lemma ook andere soorten heftoestellen worden bedoeld. Zie ook afb. 208. [N 17, 81; N 33, 283; monogr.]
II-11
|
19695 |
kast |
kast:
kas (L432p Susteren)
|
kast [SGV (1914)]
III-2-1
|
19826 |
kat |
kat:
kat (L432p Susteren),
WBD/WLD
kàt (L432p Susteren),
poes:
ideosyncr.
poes (L432p Susteren)
|
Hoe noemt u een kat (poes, mies, kat, balkhaas, zandhaas, marol) [N 83 (1981)] || kat [SGV (1914)]
III-2-1
|
23213 |
katholiek |
katholiek (<fr.):
katelīēk (L432p Susteren)
|
katholiek [SGV (1914)]
III-3-3
|
28768 |
katoen |
katoen:
katūn (L432p Susteren)
|
Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.]
II-7
|
33453 |
kattegat |
kattegat:
katǝgāt (L432p Susteren)
|
Een al dan niet afgeschermde opening onder in de schuurpoort die katten in staat stelt om de schuur in te gaan om muizen en ratten te vangen. Blijkbaar wordt deze opening ook door kippen gebruikt. [N 4A, 42i; monogr.]
I-6
|
20488 |
kauwen |
kauwen:
kauwe (L432p Susteren),
knauwen:
knŭŭjə (L432p Susteren)
|
kauwen; Hoe noemt U: Voedsel met de tanden en kiezen fijnmaken (kauwen, knauwen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
17628 |
keel, strot |
keel:
kèl (L432p Susteren, ...
L432p Susteren),
strot:
sjtroot (L432p Susteren),
stròàt (L432p Susteren),
ṣtro.d (L432p Susteren)
|
keel (uitwendig) (strot) [DC 01 (1931)] || strot [RND], [SGV (1914)]
III-1-1
|
17686 |
keelgat |
keelgat:
kèlgaat (L432p Susteren)
|
keelgat [kelschat, rieper] [N 10 (1961)]
III-1-1
|