24415 |
kruipend ongedierte |
wormen:
m.v.
wurm (L432p Susteren)
|
wormachtig en kruipend gedierte [N 26 (1964)]
III-4-2
|
26128 |
kruirollen |
kaprollen:
kaprollen (L432p Susteren)
|
De houten of metalen rollen die in de rollenring over de onderring lopen en waarop de molenkap draait. Bij het Engels kruiwerk zijn de rollen van staal, hebben ze flenzen en lopen ze tussen op de boven- en onderring bevestigde rails. Zie ook afb. 31 en 32. [N O, 53d]
II-3
|
17649 |
kruis |
kruis:
kruuts (L432p Susteren),
kryts (L432p Susteren)
|
Beenderenstelsel aan het einde van de rug. [N 3A, 109] || kruis [SGV (1914)]
I-11, III-3-3
|
26239 |
kruisarmen |
kruisbalken:
kryts˱balǝkǝ (L432p Susteren)
|
De vier gekruiste balken in het midden van het aswiel. Zij zijn zodanig samengevoegd dat in het midden een vierkante opening gevormd wordt waarin de molenas bevestigd kan worden. Vgl. afb. 49 en 50. Zie ook de lemmata ɛarmenɛ en ɛkruisarmen van het spoorwielɛ. Het betreft daar onderdelen van respectievelijk de watermolen en de rosmolen.' [N O, 11d; A 42A, 9; N O, 11e]
II-3
|
26674 |
kruisarmen van het spoorwiel |
speken:
špęjkǝ (L432p Susteren)
|
De vier gekruiste balken midden in het spoorwiel van de rosmolen. [N D, 27]
II-3
|
23203 |
kruisbeeld |
crucifix (<lat.):
krūūtsefiks (L432p Susteren)
|
Kruisbeeld [slivvenier, kruus, kruussefiks]. [N 06 (1960)]
III-3-3
|
33551 |
kruisbes |
kroezel:
-
kroosjel (L432p Susteren)
|
kruisbes
I-7
|
22550 |
kruisjassen (kaartspel) |
kruisen:
kruisjassen
kry(3)̄tsə (L432p Susteren)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23314 |
kruisprocessie |
kruisprocessie (<lat.):
kr^y:tspərsesi (L432p Susteren)
|
kruisen [RND]
III-3-3
|
24380 |
kruisspin |
kruisspin:
kruutsjpén (L432p Susteren)
|
kruisspin, spin met wit kruis op de rug die radvormig web maakt [N 26 (1964)]
III-4-2
|