20629 |
beschuitpap |
beschuitenpap:
#NAME?
beschutepap (L432p Susteren)
|
Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33166 |
besjes aan de aardappelplant |
bellen:
bɛlǝ (L432p Susteren)
|
De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b]
I-5
|
31614 |
beslaghamer, hoefhamer |
hoefhamertje:
hōfhāmǝrkǝ (L432p Susteren)
|
Klauwhamer met vierkante of ronde baan, waarmee hoefnagels worden ingeslagen. De klauw van de hamer wordt gebruikt om nagels die in een verkeerde richting gaan, weer terug te trekken. Een hoefnagel verkeerd in de hoef slaan, werd in L 424 ɛvernagelenɛ (varnē9gala) genoemd. Zie ook afb. 231.' [N 33, 61; monogr.]
II-11
|
19285 |
beslissen |
beslissen:
bəsjlissə (L432p Susteren),
besluiten:
besjloete (L432p Susteren),
de knoop doorhakken:
de knoup doorhakke (L432p Susteren)
|
iets waarover verschil van gevoel is voorgoed tot een einde brengen [scheiden, beslissen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21673 |
besteden |
besteden:
bəsjteejə (L432p Susteren),
verteren:
vərtéérə (L432p Susteren)
|
geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21532 |
besteken |
schenken:
sjénkə (L432p Susteren)
|
kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21861 |
bestellen |
bestellen:
bəsjtéllə (L432p Susteren)
|
opdracht geven om waren af te leveren of te bewaren [bestellen, commanderen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18922 |
bestemmen |
bestemmen:
bəsjtömmə (L432p Susteren)
|
iets of iemand aanwijzen voor een bepaald doel [betijen, bestemmen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25105 |
bestendig weer |
klare lucht:
klaor lóch (L432p Susteren),
vast (weer):
vas wéér (L432p Susteren, ...
L432p Susteren),
⁄t wéér is fas (L432p Susteren)
|
bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)] || lucht die vast, bestendig weer betekent [hooilucht, vaste lucht] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
33607 |
besvrucht, algemeen |
bes:
WBD/WLD
bès (L432p Susteren)
|
Een vlezige sapige vrucht die aan een struik groeit (bes, bizzem, bezie, beer, bees, bezing, baaie). [N 82 (1981)]
I-7
|