e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
punt, stip punt: pŭntj (Susteren), stip: sjtip (Susteren), tikje: tikske (Susteren) een zeer klein rond teken, een punt [stip, tikske] [N 91 (1982)] || punt [SGV (1914)] III-4-4
puntbeitel puntbeitel: pønjt˱bęjtǝl (Susteren) Puntige, smalle beitel, die wordt gebruikt bij het bewerken van harde metalen. [N 33, 111] II-11
punthamertje tegelhamer: tēgǝlhāmǝr (Susteren) Hamertje waarmee men gaatjes in een tegel kan slaan. De kop van het hamertje heeft daartoe doorgaans een kegelvormig, spits toelopend uiteinde. In Q 98 werd voor het maken van gaatjes in een tegel een 'boortje' ('bø̄rkǝ') gebruikt. [N 32, 42c] II-9
pupil pupil: pupil (Susteren), pəpil (Susteren) Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt. [N 84 (1981)] III-1-1
purper, paarsrood purper: purper (Susteren), violet: flèt (Susteren) de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)] III-4-4
put holle plaats: hoal plǭts (Susteren) Terugwijkend gedeelte van het metselwerk van een muur. [N 31, 47a] II-9
putemmer putemmer: pøͅtɛmər (Susteren) [N 12 (1961)] I-7
puthaak putgard: pøͅtgēͅrt (Susteren) [N 12 (1961)] I-7
putzwengel wip: wep (Susteren, ... ) [N 12 (1961)] [SGV (1914)] I-7
pyjama pyjama {pijama}: pyama (Susteren) pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)] III-1-3