19558 |
rasp |
rasp:
rasp (L432p Susteren, ...
L432p Susteren,
L432p Susteren)
|
In het algemeen een staafvormig stalen werktuig met tandjes en putjes voor het bewerken van harde materialen, inz. metalen. Zie ook afb. 108. De grote rasp (Q 83) was van twee handvatten voorzien. Het blad van meer dan een meter lang was aan één kant grof en aan de andere kant fijn. Dit werktuig werd op heet ijzer gebruikt, bijvoorbeeld om koetsassen af te werken op de plaats waar zij geweld waren. [N 33, 85; monogr.] || rasp [SGV (1914)] || rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)]
II-11, III-2-1
|
19839 |
raspen |
raspen:
raspe (L432p Susteren, ...
L432p Susteren),
raspen (L432p Susteren),
raspə (L432p Susteren, ...
L432p Susteren)
|
raspen (w.w.) [SGV (1914)] || raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)]
III-2-1, III-2-3
|
24367 |
rat |
rat:
rat (L432p Susteren)
|
rat [SGV (1914)]
III-4-2
|
31426 |
ratelboor, krekelboor |
ratelboor:
rātǝlbǭr (L432p Susteren)
|
Boorapparaat, bestaande uit een rechte spil en een dwars daarop staande hefboom. De spil is voorzien van een soort palrad. Aan de onderzijde ervan bevindt zich een boorhouder waarin een boorijzer kan worden geplaatst. Door de hefboom met de hand heen en weer te bewegen kan het boorijzer in een bepaalde richting worden gedraaid. De meeste ratelboren kunnen zowel links als rechts draaien. Het hele apparaat kan eventueel in een boorstelling worden geplaatst. Zie ook afb. 129. [N 33, 140; N 33, 142-143; N 33, 159; monogr.]
II-11
|
24711 |
ratelpopulier |
klater-es:
of ratelpopulier
klatere`sj (L432p Susteren),
ratelpopulier:
WBD/WLD
ráátəlpópəlīēr (L432p Susteren),
vuilboom:
ideosyncr.
voelboum (L432p Susteren)
|
De ratelpopulier; heeft bijna ronde bladeren met een gegolfde rand die aan lange platte stelen zitten; bij een beetje wind bewegen ze schuin langs elkaar, wat een ritselend geluid geeft (drilboom, vuilboom, klater, fledderaar, klaterteer, klatelleer). [N 82 (1981)] || esp
III-4-3
|
20529 |
rauw |
rauw:
rauw (L432p Susteren, ...
L432p Susteren)
|
rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22338 |
ravotten |
kuiten:
køytə (L432p Susteren),
stoten:
sjtooete (L432p Susteren)
|
stoeien [SGV (1914)] || Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18868 |
razen en tieren |
razen:
raoze (L432p Susteren),
raozə (L432p Susteren)
|
luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19120 |
razend van woede |
dol:
dul (L432p Susteren),
dulle (L432p Susteren)
|
razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17902 |
recht vooruitstoten met de armen |
stoten:
schtawte (L432p Susteren)
|
stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)]
III-1-2
|