e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
runderhorzel, horzel vuurrooster: vuurrooster (Susteren) horzel [SGV (1914)] III-4-2
runderlapjes rindvlees: #NAME?  rênjtvleisch (Susteren) Runderlapjes (krippot, kripvlees?) [N 16 (1962)] III-2-3
rundvee vee: vęi̯ (Susteren) Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
rundvleessoep rindvleessoep: #NAME?  rêndvleischsop (Susteren) Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)] III-2-3
rups groene rups: greun rópsj (Susteren), rups: rópsj (Susteren), röpsj (Susteren, ... ) groene rups die koolbladeren tot op de nerf afvreet [N 26 (1964)] || rups [N 26 (1964)], [SGV (1914)] III-4-2
rusten rusten: röste (Susteren), schaften: sjàftə (Susteren), schoften: sjófte (Susteren) rusten [SGV (1914)] || Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)] III-1-2
rusthuis bejaardenhuis: bəjààrdəhōēs (Susteren), oudemanhuis: auwtmanhoes (Susteren) een instelling waar oude mensen kunnen wonen en/of verzorgd worden [oude-mannenhuis, pekenshuis] [N 90 (1982)] III-3-1
ruw schraal: sjrààl (Susteren) Ruw worden van handen en gewrichten (schraap, verharen). [N 84 (1981)] III-1-2
ruw worden verharden: verhaore (Susteren) Ruw worden van handen en gewrichten (schraap, verharen). [N 84 (1981)] III-1-2
ruw, hard ruw: roew (Susteren), roewe (Susteren), rōēw (Susteren) ruw [SGV (1914)] || zonder fijn gevoel, hard [rouw, ruw] [N 87 (1981)] III-3-1