e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spelden spangen: španjǝ (Susteren) Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34] II-7
spelen (alg.) spelen: sjpeele (Susteren), sjpele (Susteren) spelen [GTRP (1980-1995)], [SGV (1914)] III-3-2
spelletje partijtje: pərtīkə (Susteren), potje: pøͅtjə (Susteren) Het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje]. [N 88 (1982)] III-3-2
spenen afwennen: ààfwénnə (Susteren) spenen; een kind van de speen of de borst afwennen [spenen, spanen] [N 86 (1981)] III-2-2
sperma natuur: natuur (Susteren), sperma: sjpèrmà (Susteren) Sperma: het mannelijk zaad (foeter, natuur, sperma). [N 84 (1981)] III-1-1
sperziebonen prinsessenbonen: ideosyncr.  princessebāwn (Susteren), WBD/WLD a-achtige naslag  prinsèssəbôên (Susteren) De gewone boon met gezwollen zaden, prinsesseboon,sperzieboon, (slaboon, kereboon, herenboon, boterboon, prinses, suikerboon). [N 82 (1981)] I-7
spetteren sudderen: suddere (Susteren), suddərə (Susteren) sudderen; Hoe noemt U: Knetteren van de boter in de pan bij verhitting (snerken, sudderen) [N 80 (1980)] III-2-3
spie kijl: kīl (Susteren) De zeisring, die steel en blad verbindt, wordt vastgeslagen door middel van een spie, of door twee of meer spietjes. Doorgaans zijn ze van hout, omdat deze het beste vast blijven zitten; soms vindt men ook een ijzeren spie, vaak in combinatie met een houten. Zie ook de toelichting bij het lemma ''zeisring'', en afbeelding 4, nummer A4 en B4. [N 18, 67e; JG 1a, 1b, 2c; add. uit A 14, 2] I-3
spie van het anker spie/spij: špi (Susteren) De spie waarmee schieter en sleutel met elkaar verankerd kunnen worden. Zie ook afb. 72. [N 31, 38c; monogr.] II-9
spiegel spiegel: sjpēēgel (Susteren) spiegel [SGV (1914)] III-2-1