e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vaste bloedmassa dikke knoedelen: dekǝ knyjǝlǝ (Susteren) In het bloed zit de stof fibrine die het bloed doet stollen. Tijdens het kloppen van het bloed vormt deze stof een vaste, draderige massa om de vingers, het strootje of het houtje. [N 28, 18; monogr.] II-1
vaste boord kraag: kraag (Susteren) kraag, vaste halsboord van een overhemd [N 23 (1964)] III-1-3
vaste varkenshuid 3a: žwās (Susteren) De huid die op het varken vast bleef zitten. Woordtypen als "zwaard(s)", "zwaars", "zwoord", "zwoors" komen in de betekenis "harde rand van een snede spek" ook nog voor in een ander verband in het woordenboek. [N 28, 30; monogr.] II-1
vaste voer- en drinkbak krib: krøp (Susteren) De opgemetselde bak of goot, soms in vakken verdeeld, die vóór de koeien langs loopt, waaruit de koeien eten en drinken. De hoogte van de bak verschilt van plaats tot plaats. Het water wordt het laatst in de bak gedaan. De bak is dan meteen schoon. Zie ook het vorige lemma "voer- en drinkgoot" (2.2.14). Zie ook afbeelding 10 bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 37b; N 4, 76; N 5, 96; L 1, a-m; L A1, 174; S 19; Wi 4; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10] I-6
vastenavond vastelavond: vasteloavend (Susteren), vastəloͅ.vənt (Susteren) vastenavond [RND] || Vastenavond [SGV (1914)] III-3-2
vastendag vasteldag: vesteldaag (Susteren) vastendag [SGV (1914)] III-3-3
vastentijd vasten: vaste (Susteren) vasten [SGV (1914)] III-3-3
vat, maat van 30 liter vat: vààt (Susteren), (koren).  vaat (Susteren) de maat die een inhoud aangeeft van ± 30 liter [vat] [N 91 (1982)] III-4-4
vechten vechten: vechte (Susteren), vèchtə (Susteren), zich taggen: Dèè kèèël dee nigz anges aes sich tage.  six tagə (Susteren) Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] || ruzie maken en daarbij gebruik maken van handen, armen en benen [kempen, kebberen, vechten] [N 85 (1981)] III-3-1
vee beesten: bīǝstǝ (Susteren) Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.] I-11