e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verbinden van een wonde verbinden: verbinje (Susteren), vərbénjə (Susteren) verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 84 (1981)] III-1-2
verbranden verborren: (het brood is) vǝrbǫrt (Susteren) Bij een te hoge oventemperatuur zal de korst, speciaal de bovenkorst, verkolen. [N 29, 66a; monogr.] II-1
verbruien begaden: bəgààjə (Susteren), mislukken: mislökke (Susteren), mislökkə (Susteren), verbruien: verbrŭje (Susteren), vərbrŭŭjə (Susteren), verknoeien: verknaawje (Susteren), (a-naslag).  vərknôêjə (Susteren), verprutsen: verprutse (Susteren) door onoordeelkundige handeling of aanpak bederven [verpeuteren, verbruien, verknoeien] [N 85 (1981)] || er niet in slagen iets tot een goed einde te brengen, geen succes hebben [slip slaan] [N 85 (1981)] || verbruien [SGV (1914)] || zwaar in de fout gaan bij een handeling door hem niet of slecht uit te voeren [begaaien] [N 85 (1981)] III-1-4
verdacht verdacht: verdag (Susteren) verdacht [SGV (1914)] III-3-1
verdachte zaak niet pluis: neet pluis (Susteren), verdachtige zaak: vərdéchtigə zààk (Susteren) een verdachte zaak, een zaak waarvan vermoed wordt dat die niet helemaal pluis is [koetel] [N 85 (1981)] III-3-1
verdekken afwerken: āfwerǝkǝ (Susteren) De pannen definitief leggen. Zwiers II merkt op pag. 512 over het 'verdekken' op: ø̄Het goed en gelijk leggen der dakpannen op een beschoten dak, hetgeen pas geschiedt, nadat eerst het geheele dak ten ruwste gedekt is, ten einde het gebouw zoo vlug mogelijk waterdicht te maken. Bij het verdekken moet elke pan door klinken goed worden nagezien, of ze zonder bersten is en, waar noodig, iets afgehakt worden, wat bij Hollandsche pannen bijna altijd het geval is, ten einde ze goed sluitend te kunnen leggen.ø̄ [N 32, 47b] II-9
verdenken / verdenking? verdenken: vérdènke (Susteren) het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)] III-3-1
verdenking verdenking: vərdénking (Susteren) het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)] III-3-1
verdienen verdienen: vərdeenə (Susteren) geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)] III-3-1
verdiept werk teruggevoegd: trøk˲gǝvōx (Susteren) Ten opzichte van de metselstenen dieper liggend voegwerk. [N 32, 34b; monogr; N 32, 29d.] II-9