e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkering kennis: kénnis (Susteren), verkering: verkeiring (Susteren) verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 87 (1981)] III-2-2
verkering hebben vrijen: vrieje (Susteren, ... ), vrĭĕjə (Susteren) verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)] || vrijen [SGV (1914)] III-2-2
verkillen killen: de henj kille mich (Susteren), källen (Susteren), verkillen: verkälle (Susteren) kleumen [SGV (1914)] || Ongevoelig worden van kou, gezegd van ledematen (killen). [N 84 (1981)] || verkleumen [SGV (1914)] III-1-2
verklaren verklaren: verkloare (Susteren) verklaren [SGV (1914)] III-3-1
verkoper verkoper: verkuiper (Susteren) verkooper [SGV (1914)] III-3-1
verkouden verkoud: verkouwd (Susteren), verkouden: vərkawə (Susteren) Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)] III-1-2
verkwanselen verkoetelen: verkoetele (Susteren) Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)] III-3-1
verkwisten verkwisten: vərkwistə (Susteren) op overdadige en lichtzinnige wijze besteden [dolboteren, vermokken, vertoelibassen, verkwisten] [N 89 (1982)] III-3-1
verlagen afslaan: aafsjloan (Susteren) verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlegen beschaamd: besjaamp (Susteren), bleu: blêêw (Susteren), schuw: schūūje (Susteren) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4