e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verlegen (zijn) verlegen: verlég zeen (Susteren), vərléégə zeen (Susteren) niet flink of zelfbewust zijn, zich niet goed durven uiten in het bijzijn van anderen [teutelen, verlegen zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
verliezen verliezen: verleeizen (Susteren, ... ) verliezen [SGV (1914)] III-3-1, III-3-2
verlopen verwerpen: (de koe heeft) vǝrwørpǝ (Susteren) Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a] I-11
vermaak vermaak: vərmààk (Susteren) een handeling waardoor men plezier beleeft [vermaak, amusement] [N 85 (1981)] III-1-4
vermengen warren: wórrə (Susteren) in elkaar vermengen [warzen] [N 91 (1982)] III-4-4
vermoeden vermoeden: fermoede (Susteren), vərmŏĕdə (Susteren) het menen dat iets waarschijnlijk is, het veronderstellen dat iets zo is [vermoeden, bronsel] [N 85 (1981)] III-1-4
vernielen vernielen: verneele (Susteren) vernielen [SGV (1914)] III-4-4
verplichting verplichting: vərplichting (Susteren) het verplicht zijn [moetert, verplichting] [N 85 (1981)] III-1-4
verpulveren verpulveren: verpolvere (Susteren), vərpulfərə (Susteren) tot poeder maken of worden [miezelen, verpulveren] [N 91 (1982)] III-4-4
verschaald verschaald: versjaald (Susteren), vərsjaalt (Susteren) verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)] III-2-3