20728 |
boerenvlaai |
vlaai:
#NAME?
flaaj (L432p Susteren)
|
Grote boerenvla (vlaam?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24123 |
boerenzwaluw, zwaluw |
zwalg:
zjwalg (L432p Susteren),
žwaləgə (L432p Susteren)
|
zwaluw [SGV (1914)] || zwaluw (mv.) [RND]
III-4-1
|
21309 |
boerin |
boerin:
boerin (L432p Susteren),
bŏĕrin (L432p Susteren),
buren (L432p Susteren),
dees boerin (L432p Susteren),
diej boerin (L432p Susteren)
|
[L 1, a-m; S 6; Wi 18; monogr.]boerin [deze ~ ] [SGV (1914)] || boerin [die ~] [SGV (1914)] || de vrouw van een boer [meesterse, bazin(ne), vrouw, juffrouw, mevrouw] [N 87 (1981)]
I-6, III-3-1
|
18836 |
boertig |
boeretig:
boeretig (L432p Susteren),
bōērətich (L432p Susteren)
|
met zeer platte humor [drollig, boertig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21605 |
boete |
boete:
boete (L432p Susteren),
bŏĕtə (L432p Susteren)
|
een geldstraf [boete, kore, amende] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18209 |
boezeroen |
boezeroen:
boezeroen (L432p Susteren),
kieltje:
keelke (L432p Susteren)
|
boezeroen [SGV (1914)] || boezeroen, blauwlinnen of katoenen (boeren)overhemd [boezeloen, bazeoren, bazzeroel] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18064 |
bof |
bof:
bóf (L432p Susteren),
dikoor:
dikaaör (L432p Susteren)
|
Bof: de ziekte waarbij men een opgezet gezicht krijgt door ontsteking van de oorspeekselklier en zwelling van de lymfevaten (dikoor, smartoor, bof). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20517 |
bokking |
bokkem:
bökkem (L432p Susteren),
bökkəm (L432p Susteren)
|
haring; Hoe noemt U: Een gerookte haring (massisse, bukkem, boesterin, boksharing) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
31464 |
bolhamer |
bolhamer:
bǫlhāmǝr (L432p Susteren)
|
In het algemeen een hamer met één of twee bolronde koppen. Zie ook afb. 161. De hamer wordt gebruikt bij het uitdrijven, het bol of wijder maken van de buitenwijdte van een werkstuk door met een (bol)hamer van binnen naar buiten te slaan. Zie ook het lemma "drijven". Het woordtype bolhamer kon in L 210, L 246, L 266 en L 291 ook worden gebruikt voor een hamer met een bolvormige en een halfbolvormige kop. [N 33, 57; N 33, 67; N 64, 39c; N 64, 39i; N 64, 40b-c; N 66, 6i; N 66, 7b-c]
II-11
|
18410 |
bolhoed: algemeen |
bolhoed:
bolhood (L432p Susteren)
|
bolhoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|