e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouwenkleren vrouwluikleren: vroulu kleier (Susteren), vrouluukleijer (Susteren), vrouwluu kléjer (Susteren) vrouwenkleren [t vrouwendinge, de schörte] [N 23 (1964)] || Vrouwenkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
vrouwenondergoed vrouwluiondergoed: Vrouwluj Ongergood (Susteren), Vrouwluu Ongergood (Susteren) Ondergoed voor vrouwen. [DC 62 (1987)] III-1-3
vrouwenonderhemd? hemd: humme (Susteren, ... ), lijfje: liefke (Susteren), onderhemd: ongerhumme (Susteren), vrouwluihemd: vrouwluhumme (Susteren) onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)] || Onderhemd voor vrouwen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van vrouwen? [DC 62 (1987)] || vrouwenhemd [DC 62 (1987)] III-1-3
vrucht zetten laden: WBD/WLD  lààjə (Susteren) Vruchten vormen, vrucht zetten (spenen, laden). [N 82 (1981)] III-4-3
vruchtbare grond vette grond: vɛtǝ gronjtj (Susteren) Grond van een dergelijke samenstelling dat de groei van de geteelde gewassen er gunstig door wordt be√Ønvloed en die gunstig reageert na bemesting. Goede grond die geschikt is voor de teelt. [N 27, 28; N 27, 29; N 27, 30] I-8
vruchtgebruik leeftocht: lééftòch (Susteren) het recht om levenslang gebruik te maken van een anders goed [tocht, bij leven] [N 89 (1982)] III-3-1
vruchtvlies helm: helm (Susteren), hèlm (Susteren) Vlies waarin het ongeboren kind zich bevindt (helm). [N 84 (1981)] III-2-2
vuil waterx brak water: braok wààtər (Susteren), modder: módder (Susteren) vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)] III-4-4
vuist vuist: voes (Susteren) vuist [N 10 (1961)] III-1-1
vuistslag op de rug dof: dof (Susteren) Een slag met de vuist op iemands rug [druts, does, dof]. [N 88 (1982)] III-3-2