e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
witte kaas, wrongel fluitkaas: #NAME?  fluitkeés (Susteren), klatskaas: klatsjkîês (Susteren) hangop; Hoe noemt U: Een koud melkgerecht van karnemelk die men in een zak of in een doek opgehangen, heeft laten uitdruipen en vervolgens met melk en suiker aangemengd, opdient (hangop, hangebast) [N 80 (1980)] || Smeerbare witte kaas of wrongel (fluitert, fluiterskaas?) [N 16 (1962)] III-2-3
witte kanten muts waarop een sierkrans werd gedragen muts: mótsj (Susteren) muts, witte kanten ~ waarop een sierkrans wordt gedragen {afb} [kroezel-, frul-, froezel-, krul-, poffermuts] [N 25 (1964)] III-1-3
witte klaver, steenklaver steenklee: štęi̯n[klee] (Susteren), wilde klee: węi̯lǝ [klee] (Susteren) Trifolium repens L. Een 5 tot 25 cm lange plant met kruipende stengels emn witte, later bruine, bloemhoofdjes, die van mei tot de herfst bloeien. Ook witte klaver wordt vooral als veevoeder en als dekvrucht geteeld, is eerder geschikt voor weiden dan voor maaien, maar stelt lagere eisen aan de grond. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.] I-5
witte kool kappes: kappes (Susteren), kappesmoes: kappes moos (Susteren), wit moes: wit moos (Susteren), wit möös (Susteren), witte kappes: witte kappes (Susteren) witte kool als gerecht [N O (1966)], [N Q (1966)] || witte kool, als plant of gewas [N Q (1966)] I-7, III-2-3
witte kwikstaart kwikstaart: kwiksjart (Susteren), kwiksjtart (Susteren) kwikstaart [N P (1966)], [SGV (1914)] III-4-1
witte narcis pinksterlelie: -  pènksterlelies (Susteren) witte narcis III-4-3
witte waterlelie waterlelie: -  waterlelie (Susteren) witte waterlelie [N 37 (1971)] III-4-3
witte, buitenlandse bloem amerikaanse bloem: amerikānsǝ blōm (Susteren), buitenlands meel: būtǝlantš mē̜l (Susteren) De bakkwaliteit van bloem gemalen van harde tarwe is beter dan die van bloem ge-malen van zachte tarwe (Schoep blz. 7). Hetzelfde geldt voor de rogge. Omdat in het algemeen de buitenlandse tarwe en rogge harder zijn dan de inlandse, kan men zeggen dat de buitenlandse bloem een betere bakkwaliteit heeft dan de inlandse bloem. [N 29, 15b; N 29, 16] II-1
wittebrood weg: wèk (Susteren), #NAME?  wêk (Susteren) Kent uw dialect het woord weg of wig = een wittebrood. A.u.b. ook de dialectvorm van uw plaats opgeven en eventueel de betekenis toelichten. [N 16 (1962)] || wittebrood [SGV (1914)] III-2-3
woede colre (fr.): koleire (Susteren), gift: gif (Susteren, ... ) hevige boosheid [gift, gif, koleire, woede, horzel, frut] [N 85 (1981)] III-1-4