e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

Gevonden: 4880
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zijladders van de oude kar ledders: lęi̯ǝrs (Susteren), oogstledders: ǫu̯slęi̯ǝrǝ (Susteren) De open ladderachtige constructies aan de zijkanten van de oude hooikar. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 16, de foto''s a en b. Het lemma bevat alleen meervouden. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel øhooiŋ zie het lemma ''hooi''.' [N 17, 12a en 30b; A 26, 2a; Lu 4, 2a] I-3
zijn neus snuiten snoeven: schnoeve (Susteren) snuiten: zijn neus snuiten [sneuve, snutte] [N 10a (1961)] III-1-2
zijn tevredenheid betuigen spa (du.) hebben aan: dao höb ich sjpas aan (Susteren), stuiten: sjtūūte (Susteren) genoegen hebben om het geluk van iemand anders [ergens in gruien, grunselen] [N 85 (1981)] || zijn tevredenheid betuigen, zijn tevredenheid kenbaar maken [stuiten] [N 85 (1981)] III-1-4
zijn woede luchten uitleven: ōētléévə (Susteren), zijn gal uitspijen: z⁄n gal oetsjpieje (Susteren) zijn woede proberen kwijt te raken door iets te doen of te zeggen [N 85 (1981)] III-1-4
zijspleet in de overrok sleursgat: [sic]  sjlörsgaat (Susteren) zijspleet in de overrok waarlangs men bij de zak of tas in de onderrok kan komen [snijdersgat, schreursgat, sjeursloak] [N 24 (1964)] III-1-3
zijtak zijtak: ideosyncr.  zietak (Susteren), WBD/WLD  zīētàk (Susteren) Een zijtak (uittak, bezijden tak. [N 82 (1981)] III-4-3
zijwand bred: brēt (Susteren) Elk van de zijkanten van een kar, wagen of kruiwagenbak. Herhaaldelijk worden in het materiaal speciaal de zijkanten van een hoogkar vermeld, die afgenomen kunnen worden. De zijwanden van de slagkar, die samen met de voorwand een vast geheel vormen, krijgen vaak geen aparte naam. De zijplanken zijn horizontale planken die tegen verticale rongen staan en waarop verhoogsels gezet kunnen worden. De woordtypes kist, mouw, komp en korf, die thans "elk van de twee zijwanden" betekenen, zijn oorspronkelijk termen voor de kar- of wagenbak als geheel. De benamingen voor dit geheel worden behandeld in het lemma bak. De meer specifieke benamingen voor de zijwanden van de kruiwagen worden onder het betreffende lemma behandeld. [N 17, 30a + 40 + 46a + add; N G, 53c + 60 a-b; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2a; JG 2b; JG 2c; A 26, 2b; Lu 4, 2b; monogr.] I-13
zijwortel wortelen: wórtele (Susteren) (dwars)wortels van een boom [N 27 (1965)] III-4-3
zil, maat van 2500 m2 of kwart bunder hectaar: en hectaar land (Susteren), zil: zil (Susteren) de maat die een oppervlakte aangeeft van 2500 vierkante meter, dat is 1/4 bunder (=10.000 vierkante meter) [zil] [N 91 (1982)] III-4-4
zilveren één frank frank: ene frang (Susteren) 1 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] III-3-1