e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

Gevonden: 4880
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broeien heet water deropschudden: hęjt wātǝr drǫp šø̜dǝ (Susteren) Het varken met heet water begieten om de haren en de opperhuid te weken, opdat de haren gemakkelijk afgekrabd kunnen worden. [N 28, 19; monogr.] II-1
broek achterriem: axtǝrrēm (Susteren) De horizontale riem van het achterhaam die om de billen van het paard loopt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 75; monogr.] I-10
broek: algemeen boks: bŏks (Susteren), bóks (Susteren) broek (kleedingstuk) [SGV (1914)] || broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] III-1-3
broekkettingen berriekettingen: bø̜rg˱kęteŋǝ (Susteren) Kettingen waarmee de broek van het achterhaam aan de berries is vastgemaakt. [N 13, 79] I-10
broekland, moeras moeras: ps. boven de a staat nog een ? en een `; deze combinatieletter is niet te maken.  məras (Susteren) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4
broekspijp boksenpijp: bóksepiepe (Susteren) pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)] III-1-3
broeksriem boksenriem: bóksereem (Susteren) band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)] III-1-3
broekzak achter vottasje: vottesjke (Susteren) zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)] III-1-3
broekzak opzij boksentas: bóksetesj (Susteren) broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)] III-1-3
broer broer: broor (Susteren) broeder [SGV (1914)] III-2-2