19684 |
deur |
deur:
dø̄r (L432p Susteren)
|
[rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.]
II-9
|
21493 |
deurwaarder |
deurwaarder:
deurwaarder (L432p Susteren),
deurwaordər (L432p Susteren)
|
de ambtenaar bij de rechtbank die belast is met de dienst op de terechtzittingen, het doen van aanzeggingen [bijv. van belastingschuld enz. [vorster, deurwaarder] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22378 |
diabolo |
diabolo:
diabōla (L432p Susteren)
|
Het speelgoed, bestaande uit een dubbele blikken kegel die men al draaiende op een koordje in evenwicht houdt, in de hoogte werpt en weer opvangt met dit koord of elkaar toewerpt en weer op een koordje opvangt [diabolo, diavolo]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18035 |
diarree |
aan de/het schijt:
ān dǝ šīt (L432p Susteren),
dunne, de -:
dunnə (L432p Susteren),
luchten:
lóchte (L432p Susteren),
schijterij:
sjietere (L432p Susteren)
|
Buikloop. Te dunne ontlasting, meestal veroorzaakt door een min of meer ernstige ontsteking van de darmen. Zie ook het lemma ''diarree'' in wbd I.3, blz. 472-474. [N 3A, 91, 99; A 48A, 52; monogr.] || Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)]
I-11, III-1-2
|
21310 |
dief |
dief:
deef (L432p Susteren)
|
dief [SGV (1914)]
III-3-1
|
19080 |
dienst |
dienst:
deens (L432p Susteren)
|
dienst [SGV (1914)]
III-1-4
|
21753 |
dienstplicht doen |
opkomen:
òpkómmə (L432p Susteren)
|
zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21756 |
dienstplicht moeten doen |
opmoeten:
opmöte (L432p Susteren)
|
zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24300 |
dier, beest |
dier:
deer (L432p Susteren)
|
dier [SGV (1914)]
III-4-2
|
17676 |
dij |
bats:
bats (L432p Susteren),
batse (L432p Susteren)
|
dij [SGV (1914)] || dijen [SGV (1914)]
III-1-1
|