e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

Gevonden: 4880
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
deur deur: dø̄r (Susteren) [rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.] II-9
deurwaarder deurwaarder: deurwaarder (Susteren), deurwaordər (Susteren) de ambtenaar bij de rechtbank die belast is met de dienst op de terechtzittingen, het doen van aanzeggingen [bijv. van belastingschuld enz. [vorster, deurwaarder] [N 90 (1982)] III-3-1
diabolo diabolo: diabōla (Susteren) Het speelgoed, bestaande uit een dubbele blikken kegel die men al draaiende op een koordje in evenwicht houdt, in de hoogte werpt en weer opvangt met dit koord of elkaar toewerpt en weer op een koordje opvangt [diabolo, diavolo]. [N 88 (1982)] III-3-2
diarree aan de/het schijt: ān dǝ šīt (Susteren), dunne, de -: dunnə (Susteren), luchten: lóchte (Susteren), schijterij: sjietere (Susteren) Buikloop. Te dunne ontlasting, meestal veroorzaakt door een min of meer ernstige ontsteking van de darmen. Zie ook het lemma ''diarree'' in wbd I.3, blz. 472-474. [N 3A, 91, 99; A 48A, 52; monogr.] || Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)] I-11, III-1-2
dief dief: deef (Susteren) dief [SGV (1914)] III-3-1
dienst dienst: deens (Susteren) dienst [SGV (1914)] III-1-4
dienstplicht doen opkomen: òpkómmə (Susteren) zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)] III-3-1
dienstplicht moeten doen opmoeten: opmöte (Susteren) zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)] III-3-1
dier, beest dier: deer (Susteren) dier [SGV (1914)] III-4-2
dij bats: bats (Susteren), batse (Susteren) dij [SGV (1914)] || dijen [SGV (1914)] III-1-1