e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

Gevonden: 4880
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drijfzand drijfzand: driefzandj (Susteren), drīēfzànjt (Susteren) drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)] III-4-4
drinkbak voor de koeien drenkbak: dręŋk˱bak (Susteren) Uit een aantal benamingen wordt niet duidelijk om welke soort van drinkbak het gaat: los of vast, ouderwets of modern. Andere benamingen geven aan uit welk materiaal de bak vervaardigd is. [L 38, 33; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10] I-6
drinkbeker beker: bêêker (Susteren) drinkbeker, aarden of stenen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
drinken lessen: lèsje (Susteren), léésjə (Susteren) drinken; Hoe noemt U: De dorst doen ophouden (lessen, blussen, verslaan) [N 80 (1980)] III-2-3
drinken bij de zeug zuiken: zūkǝ (Susteren) Het zuigen of drinken bij de zeug, gezegd van de big. [N 19, 21a] I-12
drinkglas glas: glaas (Susteren), glās (Susteren), schopje: šøpkə (Susteren) drinkglas [RND] || drinkglas zonder voet [N 20 (zj)] III-2-1
drinkglas met voet glas: glaas (Susteren) drinkglas met een voet (kapper, kopper(tje)) [N 20 (zj)] III-2-1
drinkkuil in de wei drink: drē.ŋk (Susteren) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8
droesem drab: drap (Susteren), dras: dras (Susteren) droesem; Hoe noemt U: Bezinksel in een wijnfles (droesem, dras) [N 80 (1980)] III-2-3
drogen, droog worden (van gemaaid gras) hooien: hø̜i̯ǝ (Susteren) Het droog worden, gezegd van gemaaid gras. [N 14, 90; monogr.] I-3