e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

Gevonden: 6165
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dochter dochter: dochter (Swalmen) dochter [DC 03 (1934)] III-2-2
dodaars duikertje: duu.kerke (Swalmen), duukerke (Swalmen), dūūkerke (Swalmen) dodaars || fuut: dodaars (26 nog kleiner dan geoorde fuut [122]; zwartig met witte tandpastaveeg aan de bek; broedt ook in brede poldersloten; geluid is hinnekend [N 09 (1961)] III-4-1
dode lijk: liēk (Swalmen) het dode lichaam van een mens [lijk, dode, kadaver] [N 87 (1981)] III-2-2
dode tak stek: sjtek (Swalmen), WLD  sjték (Swalmen) Een dode tak (stek). [N 82 (1981)] III-4-3
doden slachten: šlaxtǝ (Swalmen) De in dit lemma opgenomen gegevens duiden op het doden in het algemeen. De woordtypen kunnen betrekking hebben op zowel het doden van een varken als van een rund. Een bij de opgave eventueel bijgevoegd object ''varken'', ''rund'', ''koe'', ''beest''is niet in het woordtype opgenomen. De opgaven die wijzen op een doden door slaan met een hamer zijn ondergebracht in het lemma ''verdoven'', omdat het slachtdier in de regel door de slag eerst verdoofd raakte. Hierna kon het gemakkelijk gedood worden door steken of snijden. [N 28, 11a; N 28, 11b; N 28, 12 a; monogr.] II-1
doedelzak doedelzak: doedelzak (Swalmen, ... ) Het blaasinstrument dat bestaat uit een leren zak waarin de speler lucht blaast die hij dan door druk met de arm in een soort schalmei met toongaten blaast; andere schalmeien aan de zak blijven dezelfde toon geven [doedelzak, doerelzak, moemelzak]. [N 90 (1982)] III-3-2
doek doek: dook (Swalmen), hai vreef zien sjoon op mit nen dook (Swalmen) doek [SGV (1914)] || Doek. Hij wreef z’n schoenen op met ’n doek. [DC 35 (1963)] III-1-3
doel bij verstoppertje spelen stok: sjtok (Swalmen), sjtoͅk (Swalmen) Het doel bij het verstoppertje spelen [buut]. [N 88 (1982)] III-3-2
doelloos friemelen friemelen: friemele (Swalmen, ... ) haffelen: Doelloos met de handen spelen (haffelen, krawietelen). [N 84 (1981)] III-1-2
doelman keeper (eng.): kiepper (Swalmen) Keeper, doelman. III-3-2