e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

Gevonden: 6165

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
adem adem: oam (Swalmen) adem [SGV (1914)] III-1-1
ademen ademen: aome (Swalmen), ademhalen: oam hoale (Swalmen) ademen [N 10a (1961)], [SGV (1914)] III-1-1
ader ader: aor (Swalmen), oar (Swalmen), oarə (Swalmen) ader [N 10a (1961)], [SGV (1914)] || aderen [SGV (1914)] III-1-1
afbloten afbloten: āf˱blø̄̄tǝ (Swalmen), afschillen: āfšelǝ (Swalmen) De laatste zandlaag boven de klei weghalen; eventueel ook de rand van de kleiput ontdoen van heide, struikgewas en harde grond. [monogr.] II-8
afdak afdak: aafdaak (Swalmen) afdak [SGV (1914)] III-2-1
afdingen afpingelen: aafpingele (Swalmen), ááfpingele (Swalmen), pingelen: pingele (Swalmen) beknibbelen, Op de prijs ~, de prijs omlaag trachten te drukken [afpeekele, afprengelen, afpenkelen, pingelen?] [N 21 (1963)] || proberen minder te moeten betalen dan de gevraagde prijs [afdingen, afpingelen, afpekelen, penkeren, prengelen, pingelen] [N 89 (1982)] III-3-1
afgetrokken zeug afgezoken zeug: af˲gǝzōkǝ [zeug] (Swalmen) Een door het veelvuldig zogen vermagerde zeug. In vraag N 19, 22 werd gevraagd naar "een zeug die vermagerd is door ...", dus naar een zelfstandig begrip. In dit lemma is de nadruk gelegd op de eigenschap "vermagerd" en is het zelfstandig naamwoord zeug niet gedocumenteerd. Voor de documentatie van de verschillende woordtypen voor "zeug" en de bijbehorende dialectvarianten zie het lemma ''zeug'' (1.2.5). [N 19, 22; monogr.] I-12
afhangend gezwel lel: lèl (Swalmen) gezwel, Een afhangend ~. [N 84 (1981)] III-1-2
afhangend kuifje (bij kortgeknipt haar) pony: ponnie (Swalmen) haar, kortgeknipt ~ met alleen van voor een afhangend kuifje [ponnie, tuil] [N 10 (1961)] III-1-1
afkalven afkalven: aafkalve (Swalmen), brokkelen: brokkələ (Swalmen) afkalven, stuksgewijs afschuiven en instorten gezegd van oevers, slootkanten enz [inkalven, inkavelen, inkelderen] [N 81 (1980)] III-4-4