e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
laatste mis misje: mèske (Swalmen) De laatste, vaak korte mis op zondag, de laatste gelegenheid om de mis te horen [snapmèske, gawkletske?]. [N 96B (1989)] III-3-3
ladder slachtladder: šlaxlɛdǝr (Swalmen) Een ladder met bovenaan een lat waaraan een koord bevestigd is. Het geschoren en gereinigd varken wordt met de rug op de ladder gelegd. Als de achterste poten aan de bovensporten van de ladder zijn vastgesjord, wordt ze overeind gezet. Het varken komt met de snuit omlaag te hangen. [N 5aII, 62b; N 28, 64; N 28, 67; monogr.] II-1
lage herenschoen, molière lage schoen: leeg sjoon (Swalmen) herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)] III-1-3
lage klomp klomp met riemen: [klomp] met rēmǝ (Swalmen) Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.] II-12
lage klomp? klomp met riem: klòmp mit reeme (Swalmen) klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)] III-1-3
lage, natte plekken in moeras del: del (Swalmen), zomp: zomp (Swalmen) De lager gelegen delen in een moeras waarin steeds water staat. [N 27, 21b] I-8
lage, natte zandgrond band: bē̜.njtj (Swalmen), lage, natte zandgrond: lēgǝ nātǝ zantgront (Swalmen), zure: zūrǝ (Swalmen), zure grond: zu.rǝ gronjtj (Swalmen) [N 27, 35; R 3, 5] I-8
lakschoen gelakkeerde schoen: gelakkeerde sjōōn (Swalmen) lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)] III-1-3
lam lam: lām (Swalmen), lammetje: lɛmkǝ (Swalmen) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lammeren lammen: lāmǝ (Swalmen) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12